Tijdens het werken op een computer doen zich verschillende situaties voor. Soms kan een onjuiste werking van applicaties en crashes ertoe leiden dat het besturingssysteem stopt met het detecteren van een van de schijven (D, E - de naam hangt af van het aantal schijven dat op een bepaalde computer is geïnstalleerd). Wat kan in dit geval worden gedaan?
instructies:
Stap 1
Als u zeker weet dat alle benodigde schijven fysiek zijn aangesloten (alle benodigde lussen bevinden zich in de daarvoor bestemde connectoren), controleer dan de schijven via het onderdeel "Systeem". Het kan op verschillende manieren worden aangeroepen. Eerste optie: vanuit het menu Start, open Configuratiescherm, selecteer in de categorie Prestaties en onderhoud het pictogram Systeem. Een andere optie: klik vanaf de "Desktop" met de rechtermuisknop op het pictogram van het item "Deze computer" en selecteer "Eigenschappen" in het vervolgkeuzemenu.
Stap 2
Ga in het geopende venster "Systeemeigenschappen" naar het tabblad "Hardware" en klik op de knop "Apparaatbeheer" in de gelijknamige groep. Er wordt een nieuw venster geopend. Selecteer de gewenste schijf uit de lijst met beschikbare apparaten en dubbelklik erop met de linkermuisknop om het eigenschappenvenster te openen. Klik op het tabblad Algemeen en zorg ervoor dat de groep Apparaatgebruik is ingesteld op Dit apparaat is in gebruik (ingeschakeld).
Stap 3
Roep de component "Computerbeheer" aan en zorg ervoor dat de schijf de juiste naam krijgt (soms komt het voor dat de letters "wegvliegen"). Om het opgegeven onderdeel op te roepen, opent u het "Configuratiescherm" vanuit het menu "Start". Selecteer in de categorie Prestaties en onderhoud het pictogram Systeembeheer en de snelkoppeling Computerbeheer. Dit onderdeel is ook toegankelijk via de map Documenten en instellingen. Een voorbeeldpad kan er als volgt uitzien: C: (of een ander systeemstation) / Documenten en instellingen / [gebruikersaccount] / Hoofdmenu / Programma's / Beheer.
Stap 4
Vouw in het linkerdeel van het geopende venster "Computerbeheer" het item "Opslagapparaten" uit en selecteer het item "Schijfbeheer" met de linkermuisknop. Selecteer in het rechterdeel van het venster de schijf die u nodig hebt uit de lijst en klik er met de rechtermuisknop op. Selecteer in het vervolgkeuzemenu de opdracht "Stationsletter of stationspad wijzigen". Selecteer in het nieuwe venster de huidige naam en klik op de knop "Wijzigen". Gebruik in het extra venster de vervolgkeuzelijst om de gewenste letter toe te wijzen, klik op de knop OK en sluit het venster.