Wi-Fi is een standaard voor draadloze gegevensoverdracht die tegenwoordig over de hele wereld wordt gebruikt. Om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk, moet u eerst uw computer en de benodigde systeemparameters configureren.
instructies:
Stap 1
Als u Wi-Fi op een nieuwe computer configureert, moet u de stuurprogramma's voor de draadloze netwerkkaart installeren. Ga hiervoor naar de website van de fabrikant van het bord en upload de benodigde bestanden met behulp van de broncontroles.
Stap 2
Voer de gedownloade bestanden uit op uw computer en installeer ze volgens de instructies op het scherm. Start uw computer opnieuw op nadat u de procedure hebt voltooid.
Stap 3
Als de installatie van de stuurprogramma's soepel is verlopen, ziet u in de rechterbenedenhoek van Windows een pictogram dat de verbinding met het wifi-netwerk aangeeft. Om verbinding te maken met een specifiek toegangspunt, klikt u op dit pictogram en selecteert u een toegangspunt uit de lijst die verschijnt. Voer indien nodig het wachtwoord voor het punt in en druk op Enter.
Stap 4
Als de verbinding tot stand is gebracht, ziet u een bijbehorende melding. Om de hoeveelheid gegevens te zien die via het netwerk wordt verzonden, evenals de status van de Wi-Fi-werking, kunt u met de rechtermuisknop op de naam van de verbinding klikken die momenteel actief is en "Eigenschappen" selecteren.
Stap 5
De instellingen voor het verbinden met toegangspunten kunnen worden aangepast via het "Configuratiescherm" in het menu "Start". Open dit menu en ga vervolgens naar "Netwerkcentrum" - "Adapterinstellingen wijzigen". Dubbelklik met de linkermuisknop op het pictogram "Draadloze netwerkverbinding". Klik op de knop "Eigenschappen" en bekijk de huidige verbindingsinstellingen.
Stap 6
Om de parameters van het geselecteerde toegangspunt te bewerken in het venster dat verschijnt, selecteert u het tabblad "Beveiliging". Hier kunt u een nieuw wachtwoord voor de verbinding invoeren, het type codering en beveiliging instellen dat moet worden gebruikt.
Stap 7
Om handmatig een Wi-Fi-toegangspunt toe te voegen, kunt u het "Netwerkcentrum" gebruiken. Open hiervoor dit gedeelte via het configuratiescherm en selecteer het item "Draadloze netwerken beheren". Er wordt een lijst met gebruikte netwerken geopend in het venster dat verschijnt. Om uw eigen punt toe te voegen, drukt u op de toets Toevoegen en volgt u de instructies op het scherm.