Om de status van het netwerk te controleren, moet u speciale programma's gebruiken. In het geval dat uw netwerk is gemaakt met behulp van een router of Wi-Fi-adapter, kan de besturing worden uitgevoerd door hun eigen programma's van deze apparaten.
Noodzakelijk
Wi-Fi-adapter
instructies:
Stap 1
Maak een netwerk met behulp van een Wi-Fi-adapter. U moet een apparaat kiezen dat uw eigen toegangspunten kan maken en geen verbinding kan maken met bestaande. Neem als voorbeeld de ASUS PCI-G31-adapter.
Stap 2
De standaard drivers voor dit apparaat zijn alleen geschikt voor het besturingssysteem Windows XP. Wie deze apparatuur in de Windows Seven- of Vista-omgeving wil configureren, kan gebruik maken van de drivers van Ralink. Sluit het draadloze apparaat aan op uw computer en installeer de software die bij de Wi-Fi-adapter is geleverd.
Stap 3
Voer het geïnstalleerde programma uit. Open het Config-menu en ga naar het SoftAP-tabblad. Vink nu het vakje naast Sofp AP-modus aan. Zoek het internetitem en vink het vakje aan naast de parameter ICS inschakelen. Zorg ervoor dat u uw internetverbinding selecteert in het veld Beschikbare netwerkverbindingen. Klik op de knop Toepassen om de geselecteerde parameters toe te passen.
Stap 4
Sluit een of meerdere laptops aan op het aangemaakte toegangspunt. Controleer of uw mobiele computers zijn verbonden met internet. Open nu het installatieprogramma van de Wi-Fi-adapter. Selecteer het menu Status en ga naar het tabblad Koppelingstabel. De lijst die wordt geopend, toont de MAC-adressen van apparaten die op uw toegangspunt zijn aangesloten. In dit menu kunnen de verbindingsinstellingen niet worden gewijzigd.
Stap 5
Om wel of niet toe te staan dat specifieke apparaten verbinding maken met uw netwerk, gaat u naar het configuratiemenu. Open het tabblad Toegangscontrole. Selecteer nu Accepteren in het menu Toegangscontrolebeleid. Voer in het veld Toegangscontrolelijst het MAC-adres in van het apparaat dat toegang moet krijgen tot het netwerk. Klik op de knop Toevoegen. Herhaal dit algoritme om nieuwe apparaten toe te voegen. Klik op de knop Toepassen om de wijzigingen op te slaan.