In het geval dat een apparaat met een laag stroomverbruik een constante stabiele spanning vereist, vindt de transformatorloze voeding zijn praktische toepassing. Met enkele nadelen wordt deze voeding veel gebruikt in de elektronica en radiotechniek.
Toepassingsgebied, voor- en nadelen
Voedingen voor veel elektronische apparaten zijn gebaseerd op transformatorloze printplaten. Dergelijke voedingen worden gekenmerkt door een hoog rendement, kleine afmetingen en gewicht. Ze zijn het meest betrouwbaar omdat ze geen wikkelspoelen hebben. Het toepassingsgebied van de transformatorloze voeding is laagvermogenapparatuur zoals opladers, inbraakalarmsensoren, huishoudelijke lampschakelaars op basis van bewegingssensoren en andere industriële en radiostructuren.
De transformatorloze voeding is niet bang voor uitgangskortsluitingen en netspanningsdalingen. Zo'n voedingseenheid werkt geruisloos, omdat hij geen transformator heeft, en is vrij stabiel. Het is gemakkelijk te herhalen omdat het uit een minimaal aantal gebruikte onderdelen bestaat. Maar het belangrijkste voordeel van het transformatorloze voedingscircuit is dat de nominale uitgangsstroom kan worden aangepast door zelfselectie van de vereiste condensatorcapaciteit.
Een belangrijk nadeel van transformatorloze voedingen is impulsruis, die de aangrenzende circuits van het apparaat negatief beïnvloedt. Daarom wordt elke dergelijke voeding grondig getest op elektromagnetische compatibiliteit met andere apparatuur. Bovendien heeft deze voeding geen galvanische netscheiding van de voedingsspanning, wat bij het werken met deze apparatuur uiterst zorgvuldige naleving van veiligheidsmaatregelen vereist.
Operatie principe
Transformatorloze voedingen zijn ontworpen om de spanning te stabiliseren met een lage uitgangsstroom en bieden voldoende vermogen voor zelfstandige apparaten met een laag vermogen.
Wanneer de transformatorloze voeding wordt losgekoppeld van het ingangswisselnet, wordt de ingangscondensator ontladen door middel van een parallel geschakelde ingangsweerstand. Dit gebeurt zodat de stroombron een persoon niet schokt door per ongeluk de ingangscontacten aan te raken. Bij de volgende inschakeling wordt de wisselspanning van het netwerk van 220 volt geleverd en gedoofd door een condensator via een weerstand, waarna deze, rechtgetrokken door een diodebrug, de zenerdiode binnengaat. Vervolgens wordt, na het afvlakken van de rimpelingen en het stabiliseren met condensatoren, aan de uitgang van de voeding de vereiste stabilisatiespanning van 12 volt verkregen. Het is dus moeilijk om de rol en het belang van transformatorloze voedingen te overschatten.