Het zelf bijvullen van een cartridge voor inkjetprinters is veel goedkoper dan het kopen van een nieuw apparaat. Voordat u dit proces uitvoert, is het noodzakelijk om de cartridge grondig te reinigen van inktresten.
Noodzakelijk
spuit
instructies:
Stap 1
Bereid een gebied voor om de cartridge te reinigen. Leg krantenpapier of cellofaanfolie op tafel. Anders loop je het risico het aanrecht te verpesten. Trek rubberen handschoenen aan. Meestal blijft er inkt in de cartridge, zelfs nadat de printersoftware aangeeft dat u het verbruiksartikel moet vervangen.
Stap 2
Haal de stekker van de printer uit het stopcontact. Open de lade en verwijder de gewenste cartridge. Gebruik nu een mes met een fijn mes om het patroondeksel te verwijderen.
Stap 3
Verwijder de sponzen voorzichtig van het lichaam. Spoel ze af onder warm stromend water. Volg deze procedure totdat u zeker weet dat de sponzen helemaal schoon zijn. Knijp ze uit en leg ze op een handdoek. Laat de sponzen volledig drogen.
Stap 4
Gebruik gedestilleerd water om de sponzen opnieuw te reinigen. Dit voorkomt dat overtollig sediment wordt gevormd.
Stap 5
Neem nu een spuit en vul deze met warm water. Gebruik geen vloeistof die te heet is. Spoel de binnenwanden van de patroon voorzichtig met een spuit. Zorg ervoor dat alle toegankelijke delen van de cartridge vrij zijn van inktresten.
Stap 6
Plaats de patroon op een handdoek en laat het vocht volledig verdampen. Zet nu de kaken in hun oorspronkelijke positie. Plaats het plastic deksel in het gat en zet het vast met lijm. Hiermee wordt voorkomen dat de cartridge per ongeluk wordt geopend, wat de printer zou kunnen beschadigen.
Stap 7
Installeer de cartridge in de printeenheid nadat de lijm volledig droog is. Vergeet niet om andere delen van uw printer in de gaten te houden om ervoor te zorgen dat deze soepel blijft werken. Verwijder vuil en opgedroogde inkt regelmatig van de printkop.
Stap 8
Reinig en spoel de patroon niet alleen voor het bijvullen, maar ook na lange perioden van inactiviteit. De praktijk leert dat inkt in cartridges vaak opdroogt tijdens uiterst zeldzaam gebruik van het afdrukapparaat.