De Hewlett Packard Company brengt digitale camera's, scanners en inkjetprinters op de markt onder de naam Photosmart. Al deze apparaten kunnen niet communiceren met een computer zonder stuurprogramma's, die mogelijk in het systeem aanwezig zijn of die moeten worden geïnstalleerd.
instructies:
Stap 1
HP Photosmart digitale camera's gebruiken hetzelfde protocol voor gegevensoverdracht als flashdrives. Ze worden herkend als verwisselbare schijven in Linux-besturingssystemen met kernel 2.6 en hoger, evenals Windows-besturingssystemen die beginnen met XP. Gebruikers die de voorkeur geven aan sterk verouderde besturingssystemen, bevinden zich in een slechtere positie. Dus in Linux met de 2.4-kernel zijn de prestaties van dergelijke camera's niet gegarandeerd, en de 2.2-kernel ondersteunt ze helemaal niet. Als u nog steeds Windows 98 gebruikt (bijvoorbeeld op een zeer oude laptop), installeert u het stuurprogramma vanaf de schijf die bij een oude flashdrive wordt geleverd (moderne media van dit type worden niet met schijven meegeleverd). Zoek de foto's die u hebt gemaakt in verschillende mappen in de camera in de map / dcim / 100hpnnn /, waarbij nnn het modelnummer van de camera is.
Stap 2
Volg de link aan het einde van dit artikel om de driver voor de HP Photosmart printer of scanner in Windows te installeren. Voer de volledige productnaam in (bijv. Photosmart C410a) in het veld Voer een productnaam / -nummer in en klik op de knop Zoeken. Selecteer vervolgens uw apparaat in de gedownloade lijst en er verschijnen links om uitvoerbare bestanden te downloaden. Download en voer elk van hen opeenvolgend uit en volg de instructies van de programma's.
Stap 3
Op Linux maken printer- en scannerstuurprogramma's deel uit van de kernel. Het apparaat kan ofwel werken zonder extra bestanden te downloaden, of een update van de kernel (of de volledige distributie) vereisen. Maak in het tweede geval een back-up van uw gegevens voordat u een van deze bewerkingen uitvoert. Om een printer in te stellen, voert u de opdracht kcmshell printers in en selecteert u na het laden van het installatieprogramma Add - Printer / Class in het menu. Selecteer de poort waarop het apparaat is aangesloten, de fabrikant (in dit geval HP) en vervolgens het model. Pas de resolutie aan, wijzig het standaardpapierformaat van Letter in A4 en probeer een testpagina af te drukken. Sla de instellingen op als dit is gelukt.
Stap 4
Om de scanner te gebruiken, voert u Kooka uit op Linux en HP Scanning op Windows (het wordt automatisch samen met het stuurprogramma geïnstalleerd tijdens stap 2). Selecteer in de HP-scansoftware eerst een locatie om het bestand op te slaan en voer een bestandsnaam in. Klik vervolgens in elk van deze programma's op de knop Voorbeeld. Wanneer de snelle scan plaatsvindt, verplaatst u de grenzen van het te scannen gebied langzaam met hoge resolutie en klikt u op de knop Scannen. HP Scanning slaat het bestand vervolgens op in de map die u eerder hebt geselecteerd, terwijl u in Kooka met de rechtermuisknop op de miniatuur moet klikken, Opslaan moet selecteren, vervolgens de map moet selecteren en de gewenste bestandsnaam moet invoeren.