Om een lokaal thuisnetwerk te creëren, is het aan te raden om een netwerkhub (switch) of router te gebruiken. Het tweede apparaat is redelijker om te gebruiken als het netwerk netbooks en laptops omvat.
Het is nodig
- - netwerkhub;
- - netwerkkabels.
instructies:
Stap 1
Als u besluit de toegang tot internet te configureren op alle computers in het netwerk dat met de switch is gebouwd, heeft u een extra netwerkkaart nodig. Je hoeft namelijk niet elke computer op internet aan te sluiten, maar gebruik één enkele kabel van de provider. Koop een extra netwerkkaart.
Stap 2
Sluit hem aan op de computer die direct met internet wordt verbonden. Wees zeer voorzichtig bij het kiezen van deze pc. Het moet voldoende vermogen hebben om het internetkanaal te distribueren.
Stap 3
Verbind een van de netwerkkaarten van de geselecteerde pc met de kabel van de provider. Stel uw internetverbinding in en test deze. Sluit nu alle computers aan op de netwerkhub. Sluit de eerste pc natuurlijk aan via de tweede netwerkkaart.
Stap 4
Open de instellingen voor deze netwerkverbinding op de eerste computer. Selecteer TCP / IPv4-eigenschappen. Stel deze netwerkadapter in op het IP-adres 76.76.76.1.
Stap 5
Ga naar eigenschappen internet verbinding. Selecteer "Toegang". Activeer de functie die verantwoordelijk is voor het gebruik van deze internetverbinding door andere computers op het lokale netwerk. Sla de instellingen op.
Stap 6
Ga naar een andere computer in uw netwerk. Open de eigenschappen van TCP / IPv4 voor de adapter die is aangesloten op de netwerkhub. Stel hiervoor de volgende parameters in: - IP-adres 76.76.76.2;
- Het subnetmasker wordt bepaald door het systeem;
- De hoofdgateway 76.76.76.1;
- Voorkeurs-DSN-server 76.76.76.1 Sla deze menu-instelling op.
Stap 7
Configureer de rest van de computers op dezelfde manier als in de vorige paragraaf, waarbij u telkens het vierde segment van het veld "IP-adres" wijzigt. Dit voorkomt IP-conflicten binnen het netwerk. Zorg ervoor dat alle pc's internettoegang hebben.