Bij het installeren van een webcam vindt het besturingssysteem in sommige gevallen zelf stuurprogramma's voor het apparaat. Veel apparaten vereisen echter specifieke stuurprogramma's van de fabrikant. Daarom zijn de standaard stuurprogramma's van het besturingssysteem volledig ongeschikt voor hen. In dit geval werkt de webcam mogelijk niet goed of werkt hij niet goed bij het verzenden van een videoframe. In elk geval, als het apparaat wordt geleverd met een "native" stuurprogramma, moet u het installeren. Daarvoor moet u het webcamstuurprogramma dat eerder door het systeem is geïnstalleerd, verwijderen.
instructies:
Stap 1
Selecteer op het bureaublad het pictogram "Deze computer" en gebruik de rechtermuisknop om het contextmenu uit te vouwen. Open daarin het item "Eigenschappen". Als het pictogram niet op het bureaublad staat, zijn de computereigenschappen te vinden via de Start-knop. Selecteer stap voor stap "Start" - "Computer" en open ook "Eigenschappen" in het menu.
Stap 2
Ga in het venster dat verschijnt naar het tabblad "Hardware". Hier bevinden zich verschillende diensten voor de bediening van het apparaat. Klik op de knop "Apparaatbeheer".
Stap 3
Een nieuw venster toont een boomstructuur van alle aangesloten apparaten op uw computer. Het bevat ook informatie over de geïnstalleerde webcam. Zoek de corresponderende regel in de lijst. Meestal worden webcams weergegeven als beeld- of videoapparaten.
Stap 4
Open het gevonden item en markeer het aangesloten apparaat. Klik in het contextmenu op het item "Eigenschappen".
Stap 5
Ga vervolgens in een nieuw venster naar het tabblad "Drivers". Klik op de knop Verwijderen. Bevestig vervolgens het verzoek van het systeem om de webcam te verwijderen. Vervolgens wordt het stuurprogramma verwijderd en verdwijnt het apparaat uit de lijst. Voor het daaropvolgende werk zal het nodig zijn om de "native" stuurprogramma's in het systeem te installeren.