De mogelijkheid om automatisch de benodigde programma's te starten bij het laden van een gebruikersprofiel is aanwezig in alle moderne versies van het Windows-besturingssysteem. Deze functie is erg handig en daarom hebben veel toepassingen een mechanisme om ze aan de opstartlijst toe te voegen. In een veel groter aantal programma's is een dergelijke functionaliteit echter niet aanwezig. Maar dit vormt geen probleem, aangezien u, met de rechten om het register te bewerken, het programma handmatig automatisch kunt laten starten.
Noodzakelijk
gegevens voor autorisatie met een account waarmee het register in Windows kan worden gewijzigd
instructies:
Stap 1
Geef het startvenster van het programma weer. Klik op de knop "Start" op de taakbalk. Klik in het menu dat wordt geopend op het item "Uitvoeren". Als Uitvoeren niet in het menu staat, voeg het dan toe. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op de knop "Start", selecteer "Eigenschappen" in het contextmenu. Het dialoogvenster Taakbalk en menu Start wordt weergegeven. Klik op de knop Configureren. Schakel het selectievakje Show Run Command in de lijst met opties in. Klik tweemaal op OK.
Stap 2
Start Windows Register-editor. Voer in het dialoogvenster "Programma uitvoeren" in de regel "Openen" "regedit" in. Klik op de knop "OK".
Stap 3
Open een van de registersleutels die de autorun-instellingen bevat. Als u het programma alleen automatisch wilt starten wanneer het huidige gebruikersprofiel is geladen, vouwt u het gedeelte HKEY_CURRENT_USER uit. Vouw de sectie HKEY_LOCAL_MACHINE uit als u wilt dat het programma wordt uitgevoerd wanneer een gebruikersprofiel is geladen. Open vervolgens achtereenvolgens de registertakken Software, Microsoft, Windows en CurrentVersion. Markeer het gedeelte Uitvoeren.
Stap 4
Maak een nieuwe tekenreeksparameter in de sectie Uitvoeren. Klik in het hoofdmenu van de toepassing op het item "Bewerken", selecteer in het onderliggende menu het item "Nieuw" en klik vervolgens op het item "Stringparameter".
Stap 5
Hernoem de parameter die u zojuist hebt gemaakt. Klik met de rechtermuisknop op de regel "Nieuwe optie # 1" in het rechterdeelvenster van de Register-editor. Selecteer in het contextmenu "Naam wijzigen". Voer een nieuwe parameternaam in die meer beschrijvend is voor de toepassing die is toegevoegd aan autostart. Druk op de Enter-toets om uw wijzigingen vast te leggen.
Stap 6
Schakel autostart van het programma in. Wijzig de waarde van de toegevoegde parameter. Dubbelklik met de linkermuisknop op de regel met de naam die in de vorige stap is ingevoerd. Het venster "Snaarparameter wijzigen" wordt geopend. Voer in het veld "Waarde" van dit venster de opdracht in waarmee het programma moet worden uitgevoerd. U moet het volledige pad (met de stationsnaam) naar de uitvoerbare module, de naam van de module en de parameters voor het starten ervan invoeren. Klik op de knop "OK".
Stap 7
Controleer de juistheid van de wijzigingen. Sluit de Register-editor. Start je computer opnieuw op. Zorg ervoor dat het gewenste programma opstart.