Bij het leren programmeren doorloopt de gebruiker fasen die vergelijkbaar zijn met het leren spreken. Eerst leert hij de basis van de taal en schrijft dan de eenvoudigste programma's.
instructies:
Stap 1
Kies eerst welke programmeertaal je wilt leren. Hierover verschillen de meningen van specialisten. Sommige mensen geloven dat het het beste is om te beginnen met talen die speciaal zijn gemaakt voor educatieve doeleinden: klassiek (Basic, Pascal) of modern (Scratch). Anderen zijn van mening dat een programmeur, nadat hij een van deze talen heeft geleerd, in de toekomst kan stoppen met ontwikkelen zonder complexere talen te leren. Ze raden aan om meteen te beginnen met professionele talen: C, C ++, C #, PHP, Perl, Python, Ruby, enz.
Stap 2
Als je de BASIC-taal hebt gekozen, zorg dan voor tolken voor deze taal, zowel op je computer als op je telefoon. Installeer de UBASIC-interpreter op de eerste en MobileBasic op de tweede. Beide zijn gratis. Om de eerste te gebruiken, heb je een computer nodig met een DOS-emulator, bijvoorbeeld Dosbox, en om de tweede te gebruiken, is een telefoon met J2ME-ondersteuning voldoende. Zo kunt u leren programmeren vanaf uw computer.
Stap 3
Onderzoek de commando's van elk van de tolken. Houd er rekening mee dat er geen gemeenschappelijke standaard is voor de basistaal en dat dezelfde acties in verschillende tolken iets anders worden uitgevoerd. Voer in UBASIC de opdracht HELP in om een lijst met operators weer te geven. Selecteer in MobileBasic het Help-item in het menu Opties en selecteer vervolgens een van de operators. Het verschijnt op het scherm samen met sjablonen van alle parameters - het enige dat overblijft is om ze te vervangen door de vereiste parameters.
Stap 4
Om een tekenreeks in te voeren, kiest u eerst het nummer en vervolgens de inhoud. De regel wordt bij de programmacode geplaatst na de dichtstbijzijnde regel met een lager nummer, maar na de dichtstbijzijnde regel met een hoger nummer. Wijs voor het gemak nummers aan de regels toe in veelvouden van 10, zodat u er indien nodig tussenliggende tussen kunt invoegen.
Stap 5
Gebruik de opdracht om het programma op te slaan:
SAVE "PROGNAME" Om het te starten, gebruik het commando:
RUN Gebruik de opdracht om het getypte programma te bekijken:
LIST Om het programmageheugen en in sommige interpreters alle variabelen te wissen, gebruikt u de opdracht:
NIEUWE
Stap 6
Typ bijvoorbeeld het eenvoudigste programma in de MobileBasic-interpreter: 10 INPUT A%
20 INGANG B%
30 C% = A% + B%
40 AFDRUKC%
50 EINDE Na het starten zal het u vragen naar de waarde van de variabelen A% en B%, deze optellen en de waarde van de som toewijzen aan de variabele C%, en vervolgens de waarde ervan weergeven. Als UBASIC wordt gebruikt in plaats van MobileBasic, verwijder dan de procenttekens in het hele programma.