Om een netwerkprinter correct aan te sluiten, moet u een netwerkkabel, cd- of dvd-station en een schijf met printerstuurprogramma op de lokale computer hebben. Daarnaast moet u weten welk besturingssysteem op de computer en op de server is geïnstalleerd.
Noodzakelijk
printerstuurprogramma
instructies:
Stap 1
Om een netwerkprinter aan te sluiten, moet u achtereenvolgens op de knoppen Start, Instellingen, Printers en Faxen op de lokale machine drukken. Selecteer in het menu "Afdruktaken" dat wordt geopend het item "Printerinstallatie", waarmee de ingebouwde installatiewizard wordt opgeroepen. Vervolgens moet u de voorgestelde vragen correct beantwoorden, namelijk de "netwerkprinter" markeren met een punt, typ in het volgende venster een regel die er als volgt uitziet: / computernaam printer en klik op de knop "Volgende".
Stap 2
In het geval dat het pad naar de netwerkprinter twijfelachtig is, kunt u geen regel typen, maar drukt u gewoon op de knop Doorgaan, waarna het systeem zelf een lijst met machines biedt die zijn uitgerust met printers. Het venster heet "Bladeren door printers". Selecteer in het veld "Gedeelde printers" degene waarmee u verbinding wilt maken en ga verder met werken door op de knop "Volgende" te klikken. De installatiewizard vraagt u vervolgens om "Standaardprinter" te selecteren. Als u een aangesloten netwerkprinter als zodanig maakt door een punt in het "Ja"-venster te plaatsen, dan wordt elk document zonder aanvullende vragen ernaartoe gestuurd.
Stap 3
En tot slot moet u de installatiewizard voltooien, waarvoor u op "Voltooien" klikt. Druk gewoon een testpagina af om te controleren of de installatie correct is. Als er geen problemen zijn met afdrukken, is het installatieproces geslaagd.