Bestandskenmerken beperken of vergroten de mogelijkheid om ermee te werken. Het kenmerk "Verborgen" staat u dus niet toe om het bestand te zien met bepaalde instellingen van de mapweergave, het "Alleen-lezen"-bestand verbiedt het bewerken van het bestand. Attributen worden beheerd via het menu "Eigenschappen".
instructies:
Stap 1
Plaats de cursor op het gewenste bestand, selecteer het door op de linkermuisknop te drukken. Klik met de rechtermuisknop en selecteer "Eigenschappen" in de lijst die verschijnt. In het venster dat verschijnt, op het tabblad "Algemeen", verplaatst u de cursor naar het onderste gedeelte, waar de lijst met attributen wordt weergegeven. Beweeg de cursor over het ingeschakelde kenmerk (er staat een vinkje in het veld ernaast), schakel het selectievakje uit door met de linkermuisknop te klikken. Klik op de knop "OK" om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Stap 2
U kunt het bestand selecteren en het menu openen zonder de muis te gebruiken. Markeer het bestand door de pijltjestoetsen en "Shift" te bewegen. Druk op de toets "Eigenschappen" naast de rechter "Alt" en selecteer de regel "Eigenschappen" uit de lijst die verschijnt. Zoek op het tabblad Algemeen de lijst met kenmerken door op Tab te drukken om door de opties te bladeren en op Spatie om ze in te schakelen. Sla het menu op en sluit het door op de Enter-toets te drukken.