Een firewall is een programma of apparaat dat inhoud die vanaf een lokaal netwerk of internet op een computer komt, controleert op malware en code. Een firewall blokkeert kwaadaardig verkeer en kan ook verbindingen van op uw computer geïnstalleerde programma's met internet of het openbare netwerk blokkeren.
instructies:
Stap 1
Een firewall kan ook voorkomen dat virussen zich op uw netwerk verspreiden. Zo zal één geïnfecteerde computer het virus niet verder laten gaan. Het uitschakelen van de firewall wordt ten zeerste afgeraden, vooral als u geen antivirussysteem hebt geïnstalleerd. Maar soms kan malware de firewall uitschakelen om toegang te krijgen tot netwerken zonder toestemming van de computerbeheerder.
Om de firewall in te schakelen, gaat u naar "Deze computer", klikt u met de rechtermuisknop op een lege plek op het scherm en selecteert u "Eigenschappen" in het contextmenu. U ziet het venster "Systeem" met basisinformatie over de pc. Selecteer aan de linkerkant in een speciale kolom de link "Configuratiescherm - Startpagina" helemaal bovenaan. U wordt naar het controlepaneel geleid.
Stap 2
Stel in het configuratiescherm aan de rechterkant in de instelling "Weergave" kleine of grote pictogrammen in en zoek het item "Windows Firewall" en klik er vervolgens met de linkermuisknop op. Er verschijnt een firewall op het scherm die de huidige activiteit weergeeft. Indien ingeschakeld, zijn alle indicatoren groen. Als de meetwaarden geel of rood zijn, zet u uw firewall aan.
Stap 3
Klik hiervoor in het speciale paneel aan de linkerkant op "Windows Firewall in- of uitschakelen" en plaats in de optie-instellingen die verschijnen het cirkelpictogram naast "Windows Firewall inschakelen" tegenover het particuliere en openbare netwerk. Vink ook de vakjes aan naast "Laat me weten wanneer Windows Firewall een nieuw programma blokkeert" om ervoor te zorgen dat ongewenste software automatisch wordt gestart. Klik na de voltooide bewerking op "OK" onder aan het scherm.