Het instellen van de microfoon gebeurt in fasen, dit geldt voor de eerste aansluiting. Na de eerste installatie worden de parameters opgeslagen en hoeft u de apparatuur de volgende keer alleen in nieuwe programma's te configureren.
Noodzakelijk
microfoon
instructies:
Stap 1
Zoek de microfoonaansluiting op de geluidskaart van uw computer, deze is meestal gemarkeerd met een bijbehorend pictogram en bevindt zich naast de hoofdtelefoonaansluiting. De ingang voor de geluidskaart bevindt zich meestal aan de achterkant van de systeemeenheid, op het zij- of voorpaneel, of, in sommige gevallen, op het toetsenbord of het luidsprekersysteem als ze als adapter worden gebruikt. Bij laptops en netbooks bevinden deze aansluitingen zich meestal aan de zijkanten van de behuizing of op het voorpaneel.
Stap 2
Nadat u de microfoon op uw computer hebt aangesloten, past u het volume aan in het geluidskaartmenu in het configuratiescherm. U kunt het beste het selectievakje "Echo verwijderen" aanvinken, anders hoort de andere persoon u mogelijk niet.
Stap 3
Selecteer in het menu Geluiden en audioapparaten in het Configuratiescherm Hardware-instellingen en geef een volumeniveau op. Selecteer ook de microfoon die u hebt aangesloten als het standaardapparaat in gevallen waarin er meer dan één is of als deze niet eerder in het systeem is gedefinieerd. Dit wordt gedaan in het vervolgkeuzemenu voor audio-invoerapparaten.
Stap 4
Stel de microfoon in in het programma dat deze gaat gebruiken. Geef het gewenste volumeniveau op nadat u het met een speciaal hulpprogramma hebt gecontroleerd. Voer indien nodig een extra controle uit door te bellen naar de speciale online chatsoftwareservice. In de lijst met Skype-contacten staat bijvoorbeeld een speciaal item waarmee u een speciale service kunt bellen. Vervolgens kunt u, afhankelijk van de resultaten, de apparatuur goed instellen. Als de apparatuur niet goed werkt, moet u deze vervangen en probeer geen beschadigde microfoon in uw computer te gebruiken, omdat dit de geluidskaart kan beschadigen.