Soms is het nodig om in documenten niet alleen speciale wiskundige symbolen en formules af te drukken, maar ook machten van getallen en indices. Programma's uit de Microsoft Office suite bieden deze mogelijkheid.
Noodzakelijk
MS Office-pakket
instructies:
Stap 1
In oudere versies van de MS Office Word-teksteditor typt u de basis van het getal in de vorm van een cijfer en selecteert u vervolgens de items "Formaat" en "Lettertype" in het hoofdmenu. Het dialoogvenster wordt standaard geopend op het tabblad Lettertype. Vink in de groep "Effecten" het vakje aan naast de optie "Superscript", klik op OK om te bevestigen. Typ de exponent in de vorm van een getal, open opnieuw het dialoogvenster "Lettertype", schakel het selectievakje naast de optie "Superscript" uit en klik op OK.
Stap 2
Als het document vereist dat u geen graad, maar een index van een getal invoert, voert u het getal in numerieke vorm in. Selecteer vervolgens "Formaat" en "Lettertype" in het hoofdmenu. Blijf in het dialoogvenster op het tabblad Lettertype. Vink in de groep "Effecten" de optie "Subscript" aan en bevestig de selectie door op OK te drukken. Voer het gewenste nummer in, keer terug naar het dialoogvenster en verwijder het vinkje. Bevestig de beslissing door op OK te klikken.
Stap 3
Om het gebruik van deze optie te vergemakkelijken, kunt u de gewenste knop op het bedieningspaneel maken. Om dit te doen, selecteert u in het hoofdmenu het item "Service" en daarin - de opdracht "Instellingen". Selecteer in het dialoogvenster dat verschijnt het tabblad Opdrachten. Selecteer in de lijst "Categorieën" de optie "Formaat". Zoek in het venster Opdrachten naar "Superscript". Gebruik de muis om deze opdracht naar de opmaakbalk te slepen en plaats het pictogram in de groep met lettertype-eigenschappen.
Stap 4
In MS Office Word 2007 moet u in het eigenschappenvenster in de groep "Lettertype" op de knop met de afbeelding "x2" klikken om de exponent in te voeren. Voer eerst de basis van het getal numeriek in, selecteer vervolgens de optie "Superscript" op de eigenschappenbalk, voer de exponent in en klik nogmaals op de knop "x2" om deze modus te verlaten.
Stap 5
Om de index van een getal in te voeren, schrijft u het getal als een cijfer. Klik in het eigenschappenvenster in de groep "Lettertype" op de knop met de index "x2" en voer het bijbehorende nummer in. Druk na het invoeren nogmaals op de "x2"-knop om deze modus te verlaten.