Werken met databases in het 1C: Enterprise-programma vereist dat u zeer voorzichtig bent en rekening houdt met de eigenaardigheden van de gebruikte versie. Let op het verschil in laadstappen voor infobase en configuratie.
Noodzakelijk
het programma "1C: Enterprise"
instructies:
Stap 1
Lees aandachtig de eigenaardigheden van het laden van databases in de database die op uw computer is geïnstalleerd of
Stap 2
Start het programma 1C: Enterprise op uw computer. Als u versie 8.0 en hoger hebt geïnstalleerd, klikt u in het venster dat bij het opstarten verschijnt op de knop "Toevoegen" aan de rechterkant. Kies ervoor om een database te maken. Voor versies onder 8.0 wordt een vergelijkbare volgorde gegeven, maar er zijn enkele nuances.
Stap 3
Ga vervolgens naar het punt van het maken van een infobase zonder configuratie voor verdere ontwikkeling en wijs het vervolgens een naam toe die in het systeem wordt weergegeven in het venster dat verschijnt wanneer u het 1C: Enterprise-programma opent.
Stap 4
Geef in het item met de naam "Op deze computer" het pad op naar de map waar uw infobase zal worden opgeslagen. Vervolgens zou het programmaconfiguratievenster met de naam die u hebt ingevoerd op het scherm moeten verschijnen, als u alles correct hebt gedaan.
Stap 5
Selecteer een bevestigend antwoord in het nieuwe dialoogvenster voor het maken van een database dat verschijnt. Ga in het geopende configuratievenster eerst naar het item "Configuratie" en vervolgens naar "Specificeer het configuratiebestand".
Stap 6
Houd er rekening mee dat de vorige stap alleen relevant is in gevallen waarin u de configuratie laadt (*.cf). Als u een database gebruikt, selecteert u in plaats van de configuratie te laden "Administratie" en vervolgens "Load database". In ieder geval, ongeacht welke versie van het programma u gebruikt om de boekhouding bij de onderneming te automatiseren, lees altijd de instructies en thematische forums.