Tegenwoordig tekenen programmeurs meestal geen stroomschema's voor hen wanneer ze programma's schrijven. Maar in de informatica-cursus op school eisen leraren vaak nog steeds dat studenten programma's met dergelijke schema's begeleiden. Het is niet moeilijk om ze te componeren.
Noodzakelijk
- - een stencil voor het tekenen van blokschema's;
- - mechanisch potlood;
- - gum;
- - papier;
- - een computer met internettoegang.
instructies:
Stap 1
Het begin en einde van het algoritme worden aangegeven met ovalen. Binnenin zijn respectievelijk de woorden "Begin" en "Einde" geplaatst. Van het ovaal, dat het begin van het algoritme symboliseert, gaat één pijl naar beneden, naar het ovaal, dat het einde van het algoritme symboliseert, komt de pijl van boven.
Stap 2
Stappen die overeenkomen met niet-I / O-acties worden aangegeven door rechthoeken. Een voorbeeld van een dergelijke actie is het berekenen met een formule en het toewijzen van het resultaat aan een bepaalde variabele. De pijl van de vorige stap komt naar de rechthoek aan de bovenkant en de pijl naar de volgende stap komt van daaronder.
Stap 3
Parallellogrammen worden gebruikt om de stappen aan te geven die overeenkomen met I / O-bewerkingen. Dergelijke bewerkingen zijn van twee soorten: het toewijzen van ergens ontvangen gegevens aan een variabele en het uitvoeren van gegevens van een variabele naar een bestand, poort, scherm, printer, enz.
Stap 4
Takken zijn aangegeven met diamanten. Een pijl van de vorige stap komt naar de bovenhoek van de ruit en pijlen gemarkeerd als "Nee" en "Ja" komen uit de zijhoeken. Zij komen respectievelijk tot de te nemen stappen als niet aan de voorwaarde wordt voldaan en wel aan de voorwaarde. De benedenhoek van de ruit blijft vrij. De voorwaarde zelf (bijvoorbeeld gelijkheid, strikt of niet-strikt) wordt in de ruit geschreven.
Stap 5
Een rechthoek met dubbele zijwanden vertegenwoordigt een overgang naar een subroutine. Nadat de return-instructie in de subroutine is aangetroffen, gaat de uitvoering van het hoofdprogramma verder. De naam van de subroutine wordt binnen de rechthoek aangegeven. De blokschema's van alle subroutines worden onder het blokschema van het hoofdprogramma of op aparte pagina's geplaatst.
Stap 6
Het is het handigst om stroomdiagrammen te tekenen met speciale stencils met een mechanisch potlood. Het kan worden gewist met een gum zoals een gewoon potlood, maar slijpen is niet nodig.
Stap 7
Als u stroomdiagrammen elektronisch wilt maken, gebruikt u een online applicatie genaamd Flowchart. Als je wilt, kun je ook speciale programmeertalen beheersen, waarbij het programmeerproces zelf bestaat uit het opstellen van een stroomschema. Er zijn twee van dergelijke talen: Dragon en HiAsm.