Een CAD-tekening ziet er netter uit dan een handgetekende. Met CAD kunt u de dikte en het type getekende lijnen instellen, complexe sneden maken, objecten spiegelen, schilderen met kleur en arceren.
instructies:
Stap 1
Open CAD AutoCAD op uw pc. Dubbelklik hiervoor met de linkermuisknop op het AutoCAD-pictogram op het bureaublad of selecteer dit programma uit de lijst met programma's in het menu Start.
Stap 2
Laad de tekening waarin u wilt arceren. Om dit te doen, klikt u in het hoofdmenu van het programma op het item "Bestand", vervolgens op "Openen" en selecteert u het gewenste tekenbestand. Als u de Engelstalige versie van het programma gebruikt, klikt u respectievelijk op de opdrachten Bestand en Openen.
Stap 3
Open het submenu "Tekenen" en selecteer het item "Hatch" in de vervolgkeuzelijst. U ziet een venster voor het bewerken van de gearceerde gebieden van de tekening. Stel in het veld Patroon de standaard 45° dunne arcering in op ANSI31-patroon in het programma. In het veld "Structuur" kunt u andere arceringsopties kiezen. Voer de gewenste arceerhoek in het veld Hoek in. De standaardhoek is 0 °. Selecteer in het veld "Schaal" de schaal van het luik en correleer deze met de afmetingen van het gearceerde gebied.
Stap 4
Selecteer het gebied dat u wilt verduisteren. Selecteer hiervoor in het bewerkingsvenster het item "Toevoegen: selectiepunten" en klik met de muis in het gebied dat wordt begrensd door de omtrek van de tekenlijnen. Druk vervolgens op Enter en druk in het venster voor het bewerken van de arcering op OK. Houd er rekening mee dat de volledige contour in het zichtbare gebied van de tekening moet vallen, dat wil zeggen, moet passen in het AutoCAD-venster dat op uw computer is geopend, anders kan het programma een fout genereren. Bovendien moet de lus worden gesloten. Om dit te doen, moet u bij het maken van een tekening snaps gebruiken en zorgvuldig het snijpunt van alle soorten lijnen, met name polylijnen, cirkels en bogen, in de gaten houden.
Stap 5
Let op de dikte van de lijnen waarmee de arcering wordt uitgevoerd. Ze moeten dunner zijn dan de hoofdlijnen van de zichtbare contour waarmee het onderdeel of de montage-eenheid wordt getekend. U kunt de lijndikte instellen in het submenu "Lagen". Stel ook de kleur van de stippellijnen zo in dat je ze kunt onderscheiden van de hoofdlijnen in de tekening.