De meeste besturingssystemen zijn ontworpen om dezelfde bewerking op verschillende manieren uit te kunnen voeren, afhankelijk van het gemak van de gebruiker. Het afdrukken van tekst- en grafische bestanden is geen uitzondering. Tegelijkertijd is de uitvoering van een willekeurige opdracht gekoppeld aan instellingsopties, zodat bijvoorbeeld niet het hele document wordt afgedrukt, maar slechts één pagina.
instructies:
Stap 1
In elk programma en bestand van elk type wordt de sneltoets "CTRL-P" gebruikt om het afdrukmenu weer te geven. Als u hierop drukt, wordt een menu weergegeven met het merk en model van de printer en een aantal andere opties: aantal exemplaren, afgedrukte pagina's, enz.
Stap 2
De standaardkolom Pagina's heeft meestal een cirkel naast de optie Alles. Als u de pagina waarop u zich momenteel bevindt wilt afdrukken, verplaatst u de selectie naar de optie "Huidige". Als u geïnteresseerd bent in een andere pagina, voert u het nummer in het veld "Nummers" in. Als u meerdere pagina's van een heel document wilt afdrukken, scheidt u de paginanummers van alle af te drukken pagina's, gescheiden door komma's.
Stap 3
Zorg ervoor dat de printer is aangesloten op een stopcontact en op de computer. Controleer de rest van de afdrukinstellingen, zoals het aantal exemplaren. Wanneer alle vereiste opties zijn aangevinkt, klikt u op de knop "OK" om te beginnen met afdrukken.
Stap 4
Het menu met afdrukinstellingen kan ook worden geopend via de werkbalk bovenaan het venster. Klik op het menu "Bestand", selecteer de groep "Afdrukken" en vervolgens de opdracht "Afdrukken". Vink vervolgens dezelfde opties aan als vermeld in de vorige optie. Klik op de knop "OK" om met de printer te gaan werken.
Stap 5
De werkbalk, met name het menu Bestand, kan ook worden geopend met de Alt- en pijltoetsen. De eerste toets activeert het paneel zelf en met de pijlen kunt u de selectie verplaatsen. Druk op de toets "Enter" om een commando te selecteren. Het printmenu wordt op dezelfde manier geconfigureerd als in de twee voorgaande opties.