In het werk van een webdesigner is het vaak nodig om een rasterafbeelding om te zetten in een vectorafbeelding. In de grafische editor Adobe Illustrator is hiervoor een functie Trace-opties.
Noodzakelijk
Adobe Illustrator-programma
instructies:
Stap 1
Open de gewenste afbeelding in Adobe Illustrator: klik op het menu-item Bestand -> Openen of op de sneltoetsen Ctrl + O. Klik in het nieuwe venster meteen op OK.
Stap 2
Neem het gereedschap Selecteren (sneltoets V) en klik op de afbeelding om deze te selecteren. Zoek het Configuratiescherm, dat zich onder het hoofdmenu van het programma bevindt. Als het ontbreekt, klikt u op het menu-item Venster -> Controle. Zoek de Live trace-knop op dit paneel. Naast deze knop is er nog een, in de vorm van een driehoek die naar beneden kijkt, klik erop en selecteer in het menu dat verschijnt het laagste item - Traceringsopties. Er wordt een nieuw venster geopend.
Stap 3
Klik op het menu Modus. Hier kunt u de traceermodus specificeren. Als u Zwart-wit selecteert, is het resultaat zwart-wit, als Grijswaarden monochroom zijn en als Kleur in kleur is. In het item Drempel wordt een drempel ingesteld, waarna sommige pixels wit worden en andere - zwart. Het is alleen actief voor de zwart-witmodus. De kolom Max. kleuren stelt het maximale aantal kleuren in de uiteindelijke afbeelding in. Dit item is alleen actief voor de grijswaarden- en kleurmodi.
Stap 4
Vind vervagen. Het kan worden gebruikt om kleine onvolkomenheden en ongelijke randen glad te strijken. Met de instelling Resample kunt u het traceringsproces voor grote afbeeldingen versnellen, maar dit is beladen met onbelangrijke resultaten.
Stap 5
Nadat u de nodige instellingen hebt ingesteld, klikt u op de knop Traceren, deze bevindt zich in de rechterbovenhoek van het venster Traceringsopties. Na enige tijd wordt het beeld getraceerd. Klik nu op de knop Uitvouwen in het Configuratiescherm. De afbeelding wordt geconverteerd naar bezier-curven.
Stap 6
Om het resultaat op te slaan, klikt u op het menu-item Bestand -> Opslaan als of gebruikt u de sneltoetsen Ctrl + Shift + S. Voer in het venster dat verschijnt een naam in voor het toekomstige bestand, geef het gewenste formaat op en klik ten slotte op "Opslaan".