De aanwezigheid van USB-poorten op het voorpaneel van de systeemeenheid is een zeer handige oplossing. Meestal zijn deze poorten aangesloten, maar in sommige gevallen - bijvoorbeeld bij het samenstellen van een nieuwe computer uit componenten - moet je deze poorten zelf aansluiten.
instructies:
Stap 1
Koppel uw computer los van het netwerk. Druk op de aan/uit-knop, hierdoor wordt de lading op de condensatoren van de voeding ontladen. U kunt nu de USB-poorten aan de voorzijde aansluiten.
Stap 2
Verwijder het linker zijpaneel van de computer (de computer is naar u toe gericht). Zoek op het moederbord naar kleine gele of blauwe connectoren, meestal aan de onderkant.
Stap 3
Elke dergelijke connector heeft twee rijen pinnen (naalden): in de ene rij zijn er vijf, in de andere vier. Laten we de linker- of rechterkant van de connector, waar beide pinnen zich bevinden, kant "A" noemen. De tweede, met één pin - "B".
Stap 4
De vijf pinnen, beginnend vanaf de "A"-kant, zijn als volgt gelabeld (in serie): VCC1 + 5V, Data -, Data +, Ground 1, NC.
De laatste pin - NC - wordt niet gebruikt.
Stap 5
De vier pinnen van de tweede rij, beginnend vanaf de "A"-zijde, hebben de volgende markeringen (in serie): VCC2 + 5V, Data -, Data +, Ground 2. Er is geen vijfde pin (pin) in deze rij.
Stap 6
Onderzoek de connector aan het uiteinde van de lintkabel die uit de USB-poort komt. Het moet worden gelabeld: VCC1, Data 1 -, Data 1 +, Gnd 1. De labels kunnen enigszins verschillen, maar het is gemakkelijk te achterhalen - de eerste socket onder de pin geeft altijd VCC of +5 V aan, de laatste is Ground of GND.
Stap 7
In de meeste gevallen zijn de aansluitdraden in standaardkleuren:
+ 5V rood
Gegevens - wit
Gegevens + groen
GND zwart
Stap 8
Sluit de connector van de USB-kabel aan op de aansluiting op het moederbord op de rij van vijf pinnen. De eerste - aan de "A"-kant - moet worden aangesloten op VCC1 +5 V. De vierde - Gnd 1. De laatste vijfde pin blijft vrij. Er staat geen pin ernaast op de tweede rij.
Stap 9
Om de aansluiting te vereenvoudigen, kunnen speciale adapters worden gebruikt om de mogelijkheid van een verkeerde aansluiting uit te sluiten. Ze zijn geschikt voor connectoren op het bord, meestal blauw, met een kleine kant en een sleutel en waardoor je de adapter maar op één manier kunt aansluiten.
Stap 10
De pinnen op zo'n adapter worden aangeduid als + 5V, P2-, P2 +, GND. Als je zo'n adapter hebt (deze kunnen bij het moederbord worden geleverd), sluit je de lintkabel daarop aan volgens de markering en steek je de adapter in de aansluiting op het moederbord.
Stap 11
Sluit de zijklep terwijl alle USB-poorten zijn aangesloten. Als u nog steeds niet helemaal zeker bent van de juiste aansluiting, sluit dan na het inschakelen van de computer een USB-muis aan op de poort aan de voorzijde. Werkt de muis prima, dan is alles goed aangesloten en kun je veilig flashdrives en andere apparatuur aansluiten.