De stand-bymodus van Windows is ontworpen om energie te besparen wanneer de gebruiker een tijdje niet aan de computer werkt. De stand-bymodus verschilt van normaal afsluiten doordat alle actieve toepassingen worden opgeslagen in de staat waarin ze zich bevonden op het moment dat de modus werd ingeschakeld. Na het afsluiten kunt u gewoon doorgaan met werken. Maar soms moet de stand-bymodus worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld bij het uitvoeren van lange bewerkingen zonder tussenkomst van de gebruiker.
Het is nodig
Computer met Windows-besturingssysteem (XP, Windows 7), basis computervaardigheden
instructies:
Stap 1
De instellingen voor de slaapstand worden beheerd in het menu Energiebeheer in het Configuratiescherm. Om dit menu te openen, klikt u op de knop "Start" en selecteert u het item "Configuratiescherm" (in Windows XP bevindt het zich op het tabblad "Instellingen"). Beweeg de cursor erover en druk op de linkermuisknop of de Enter-toets op het toetsenbord.
Stap 2
Selecteer in het "Configuratiescherm" "Energiebeheer". In Windows 7 is het te vinden onder de categorie Systeem en beveiliging.
Stap 3
Zoek in het powermenu het item "Slaapinstelling" en activeer het. Er verschijnen twee regels in het geopende venster. De bovenste heet "Display Off" en de onderste is "Sleep Mode". In deze regels wordt de inactiviteitstijd van het systeem geselecteerd, waarna de bijbehorende modus wordt geactiveerd. Om de modus uit te schakelen, klikt u met de linkermuisknop op de regel en selecteert u de optie "Nooit" in de vervolgkeuzelijst. De computer stopt dan automatisch met in de standby-modus te gaan.
Stap 4
In sommige gevallen moet u bovendien de acties wijzigen die worden uitgevoerd wanneer u op de uit-knop drukt, vooral voor laptops. Selecteer hiervoor "Aan/uit-knoppen beheren" en selecteer in de actieselectieregel "Afsluiten" in plaats van "Slaap".