Het activeren van de computerbeheerdersaccount, die standaard is uitgeschakeld in Windows Vista en Windows 7, kan nodig zijn bij het uitvoeren van systeemopdrachten die als beheerder worden uitgevoerd.
instructies:
Stap 1
Klik op de knop "Start" om het hoofdmenu van het systeem te openen en ga naar het item "Configuratiescherm" om de bewerking uit te voeren om de computerbeheerdersaccount in te schakelen.
Stap 2
Selecteer het item "Beheer" en open de link "Computerbeheer".
Stap 3
Selecteer "Lokale gebruikers" en ga naar het gedeelte "Gebruikers".
Stap 4
Roep het contextmenu van het item "Beheerder" op door met de rechtermuisknop te klikken en selecteer de opdracht "Eigenschappen".
Stap 5
Schakel het selectievakje Account uitschakelen uit en klik op OK om de opdracht te bevestigen.
Stap 6
Keer terug naar het hoofdmenu "Start" en ga naar het item "Programma's" voor een alternatieve methode om de computerbeheerdersaccount te activeren.
Stap 7
Vouw de link "Standaard" uit en open het contextmenu van het object "Opdrachtregel" door met de rechtermuisknop te klikken.
Stap 8
Geef de opdracht "Als administrator uitvoeren" op en voer de waarde in net user administrator / active: yes (of net user Administrator / active: yes voor Russische lokalisatie) in het opdrachtregelveld in het geopende venster.
Stap 9
Druk op de softkey Enter om de geselecteerde wijzigingen toe te passen.
Stap 10
Voer net user administrator / active: no in het opdrachtregelveld in om de computerbeheerdersaccount uit te schakelen en druk op de functietoets Enter om de opdracht te bevestigen.
Stap 11
Gebruik de aanbevolen waarde sysprep / generalize nadat de systeemopbouw is voltooid om de ingebouwde beheerdersaccount te deactiveren de volgende keer dat u de computer inschakelt.