Een grafiek is een visuele weergave van gegevens die beschikbaar zijn in een document en is opgemaakt in tabelvorm. Ook kun je met behulp van de grafiek allerlei veranderingen laten zien, d.w.z. dynamiek van bepaalde processen. Om een grafiek in te voegen, moet u het volgende doen.
Noodzakelijk
MS Word of een andere tekstverwerker
instructies:
Stap 1
Open MS Word en selecteer het gewenste document. Geef op waar de grafiek of het organigram wordt ingevoegd. Om een grafiek in te voegen, selecteert u: "Invoegen" -> "Afbeelding" -> "Diagram" / "Organisatieschema". Deze twee soorten grafieken worden gebruikt om verschillende gegevens weer te geven. Afhankelijk van het geselecteerde type grafieken, verschijnt er direct een spatie in het document met de grafiek zelf en een gegevensvenster dat eruitziet als een MS Excel-tabel. Deze tabel is nodig voor de formatie. Afhankelijk van het type grafiek kan het gegevensvenster ook veranderen.
Stap 2
Vul het gegevensvenster in met de juiste informatie en vorm een grafiek. Standaard bevat het diagram slechts 4 rijen en 4 kolommen. Als dit bereik niet genoeg is, voegt u zoveel rijen en kolommen toe als nodig is. Om een rij of kolom toe te voegen, moet u er met de rechtermuisknop op klikken en "Kolom / rij toevoegen" selecteren. Als het venster voor gegevensinvoer plotseling is gesloten, kunt u het oproepen door op de grafiek zelf te dubbelklikken.
Stap 3
Wijzig indien nodig het uiterlijk van de grafiek. Dit dient u pas te doen nadat u helemaal klaar bent met het invoeren van gegevens. Voor een grafiek kunt u een titel toevoegen door er met de rechtermuisknop op te klikken, waardoor een contextmenu verschijnt. Selecteer daarin "Kaartopties". Het dialoogvenster Grafiekopties wordt weergegeven. Standaard wordt het tabblad Kopteksten geopend, waar u het diagram en de assen kunt labelen. Het tabblad Gegevenstabel is verantwoordelijk voor het weergeven van het gegevensgebied in de vorm van een tabel, enz. Wijzig ook naar eigen goeddunken de achtergrond van de vulling door met de rechtermuisknop op de geselecteerde grafiek te klikken en het dialoogvenster "Grafiekgebied opmaken" te openen. Standaard stelt het programma voor om een staafdiagram te gebruiken. Als u een ander type diagram wilt gebruiken, moet u het contextmenu openen en "Grafiektype" selecteren. Houd er rekening mee dat u eerst het type grafiek moet selecteren en pas daarna het gegevensvenster moet invullen. Dit komt omdat sommige typen grafieken slechts één as hebben die percentages of verhoudingen vertegenwoordigt. Het schema is klaar.