Soms, wanneer u digitale afbeeldingen voor een of ander doel verwerkt, moet u de afbeelding omcirkelen door er een kader omheen te maken, of een omtreklijn rond een fragment van de compositie toevoegen om het visueel te markeren. Dit kan in Adobe Photoshop.
Noodzakelijk
Adobe-Photoshop
instructies:
Stap 1
Bepaal hoe u wilt dat de afbeelding wordt omlijnd. Als u de hele afbeelding wilt omlijnen (in feite een kader eromheen maken), gaat u naar de tweede stap. Als u een afbeelding wilt omcirkelen die deel uitmaakt van de afbeelding, volgt u de stappen die worden beschreven in stap 4-8.
Stap 2
Vergroot indien nodig de horizontale en verticale afmetingen van het canvas. Druk op Ctrl + Alt + C of selecteer in het gedeelte Afbeelding van het hoofdmenu "Canvasgrootte …". Geef de nieuwe waarden op voor de velden Breedte en Hoogte van het dialoogvenster dat verschijnt. Klik in de Ankergroep met knoppen op de middelste. Klik OK
Stap 3
Omcirkel de afbeelding. Activeer het gereedschap Emmertje. Stel de voorgrondkleur in op de kleur die het gemaakte frame zal vullen. Klik met de muis op een willekeurig punt van het vrije gebied rond de afbeelding die in de tweede stap is toegevoegd.
Stap 4
Maak een werkpad dat het pad beschrijft waarlangs u de afbeelding wilt volgen. Gebruik de gereedschappen Pen of Pen met vrije vorm of converteer het selectiekader naar een pad (dit kan handiger zijn). Selecteer de omlijnde afbeelding met behulp van de juiste hulpmiddelen. Klik met de rechtermuisknop op het geselecteerde gebied. Selecteer in het contextmenu het item "Maak werkpad …". Er verschijnt een dialoog. Voer in het veld Tolerantie een waarde in voor de tolerantie. Klik OK.
Stap 5
Pas indien nodig het werkpad aan. Gebruik de hulpmiddelen Padselectie, Ankerpunt toevoegen, Ankerpunt verwijderen, Ankerpunt converteren.
Stap 6
Bepaal welk gereedschap op de afbeelding wordt weergegeven, activeer het. Meestal wordt hiervoor pen of penseel gebruikt. Pas de gereedschapsparameters aan met behulp van de bedieningselementen op het bovenpaneel. Kies een voorgrondkleur (deze wordt gebruikt om de omtrek te maken).
Stap 7
Omcirkel de afbeelding. Schakel over naar het deelvenster Paden. Klik met de rechtermuisknop op het lijstitem dat overeenkomt met het pad dat in de vierde stap is gemaakt. Selecteer in het contextmenu het item "Stroke Path …". Selecteer in de vervolgkeuzelijst van het weergegeven dialoogvenster het gereedschap dat in de zesde stap is geselecteerd. Klik OK.
Stap 8
Verwijder het werkpad als je het niet meer nodig hebt. Klik met de rechtermuisknop op het element in het deelvenster Paden. Selecteer Pad verwijderen in het menu.