Preventie van gegevensuitvoering (DEP), beter bekend als Preventie van gegevensuitvoering, is een nuttig beveiligingsonderdeel van uw computer dat het gebruik van systeemgeheugen controleert. In sommige gevallen is het echter nodig om DEP uit te schakelen.
instructies:
Stap 1
Log in op het systeem met behulp van de computerbeheerdersaccount en open het OS Windows-hoofdmenu door op de knop "Start" te klikken om de bewerking van het wijzigen van de DEP-functieparameters uit te voeren.
Stap 2
Ga naar het item "Configuratiescherm" en vouw de link "Systeem" uit.
Stap 3
Selecteer het tabblad Geavanceerd van het dialoogvenster Systeemeigenschappen dat wordt geopend en ga naar Prestaties.
Stap 4
Vouw de koppeling Opties uit en klik op het tabblad Preventie van gegevensuitvoering van het nieuwe dialoogvenster Prestatie-opties.
Stap 5
Bevestig de beheerdersrechten in het verzoekvenster dat wordt geopend door het wachtwoord in het daarvoor bestemde veld in te voeren en het selectievakje naast "DEP inschakelen voor alle programma's en services behalve de hieronder geselecteerde" toe te passen om de service voor een specifieke toepassing uit te schakelen.
Stap 6
Pas het selectievakje toe op het veld van de gewenste applicatie of klik op de knop Toevoegen als de geselecteerde applicatie niet in de catalogus staat.
Stap 7
Geef het gewenste programma op in het dialoogvenster "Openen" en klik op de knop met dezelfde naam om de uitvoering van de opdracht te bevestigen.
Stap 8
Klik op OK om uw keuze te bevestigen en start uw computer opnieuw op om de geselecteerde wijzigingen toe te passen.
Stap 9
Keer terug naar het hoofdmenu Start en typ cmd in de zoekbalk om een volledige afsluiting van Data Execution Prevention uit te voeren.
Stap 10
Roep het contextmenu van het gevonden "Command Line"-object op en selecteer het item "Als administrator uitvoeren".
Stap 11
Bevestig uw inloggegevens door een wachtwoord in het juiste promptvenster in te voeren en voer bcdedit.exe / set {current} nx Always Off in het tekstvak van het opdrachtregelprogramma in.
Stap 12
Bevestig de uitvoering van de opdracht door op de functietoets Enter te drukken en wacht tot de systeemmelding "Bewerking succesvol voltooid" verschijnt.
Stap 13
Sluit alle geopende toepassingen en start uw computer opnieuw op om de geselecteerde wijzigingen toe te passen.