Een van de belangrijkste en meest gevraagde tools in Photoshop is het verloop. Hiermee kunt u nieuwe effecten creëren en realisme toevoegen aan de voltooide afbeeldingen.
Noodzakelijk
Adobe Photoshop-afbeelding
instructies:
Stap 1
Het gereedschap Emmertje en het verloop bevinden zich in dezelfde groep op de werkbalk. Nadat u het verloop hebt geselecteerd, stelt u de parameters in op de eigenschappenbalk. Het verloop is standaard ingesteld op de voorgrond- en achtergrondkleuren die op de werkbalk zijn geselecteerd. Om een andere weergave te selecteren, klikt u op het linkervenster in de eigenschappenbalk en wordt u naar de Verloopbewerker gebracht. Daar kun je een van de standaard kiezen of een nieuw verloop maken.
Stap 2
De brede kleurenbalk in het midden van het venster toont de huidige verloopinstellingen. De onderste schuifregelaars regelen de kleur en de bovenste regelen de transparantie. Dubbelklik op de linkerschuifregelaar Color Stop en u wordt naar de kleurenkiezer gebracht. Kies een startkleur voor het verloop en bevestig met OK. Dubbelklik op de schuifregelaar rechtsonder en stel de uiteindelijke kleur in. Als u wilt dat het verloop veelkleurig is, verhoogt u het aantal schuifregelaars. Klik op de onderste rand en je hebt een andere motor. Geef het de gewenste kleur door naar de kleurenkiezer te gaan. Om een engine te verwijderen, klikt u op de knop Verwijderen in de rechterbenedenhoek van het editorvenster.
Stap 3
Het transparantiepercentage voor elke kleur kan worden ingesteld door te dubbelklikken op de bovenste schuifregelaar. Om ervoor te zorgen dat het verloop echt transparant is, vinkt u in het eigenschappenvenster het meest rechtse vakje Transparantie aan. Rechts van het venster in het eigenschappenvenster is er een groep waarin de soorten verlopen worden verzameld:
- lineair
- radiaal
- hoek
- spiegel
- briljant
Kies het type en type verloop op basis van de taak waarmee u wordt geconfronteerd.
Stap 4
Het is beter om het verloop op een aparte laag toe te passen om de originele afbeelding niet te bederven. Trek een lijn van het beginpunt naar het eindpunt. Als u niet tevreden bent met het resultaat, annuleert u de actie met de sneltoets Alt + Ctrl + Z en probeert u een ander type en type verloop te selecteren.