Verkenner in Windows-besturingssystemen is het navigatievenster of navigatievenster tussen mappen op lokale of externe schijven. De navigatiebalk wordt gebruikt om mappen te vinden, er snel tussen te navigeren en de locatie van bestanden en mappen te beheren.
Windows Verkenner uitschakelen
Open de bibliotheek "Computer" door met de linkermuisknop op de snelkoppeling op het bureaublad te dubbelklikken. U kunt deze map ook openen door het menu "Start" te openen en de regel "Computer" aan de rechterkant ervan te selecteren.
Vouw in het linkerbovengedeelte van het geopende venster de lijst uit onder de knop "Rangschikken" door eenmaal met de linkermuisknop op de pijl ernaast te klikken. Er wordt een lijst met acties op bestanden en opties voor het weergeven van Windows Verkenner-vensters geopend.
In de lijst die verschijnt, beweegt u de muiscursor over de regel "Bekijken". Een extra lijst met instellingen voor het weergeven van verschillende vensterelementen wordt geopend.
Selecteer in de aanvullende lijst de regel "Navigatievenster" door er eenmaal met de linkermuisknop op te klikken. Het navigatiedeelvenster (Windows Verkenner) verschijnt niet langer aan de linkerkant van het venster. Ook wordt de navigatiebalk niet in alle nieuw geopende mappen weergegeven.
Algemene aanbevelingen
Gebruikers wordt geadviseerd om het navigatiegebied te verwijderen wanneer het beeldscherm een lage resolutie heeft, waardoor mappen minder goed zichtbaar zijn. Dit komt doordat bij een lage waarde van de schermresolutie alle elementen er meer op worden gereflecteerd dan bij een hoge resolutie, waardoor er per eenheid schermoppervlak minder elementen zijn. Door de navigatiebalk te verwijderen, maakt de gebruiker extra ruimte vrij in de viewport voor verschillende items zoals bestanden, mappen, miniatuurafbeeldingen, enz.
Als u de viewport in Windows wilt vergroten, hoeft de gebruiker de navigatiebalk niet volledig te verbergen. Het is voldoende om de muiscursor over de rechterrand van het overgangsgebied te bewegen totdat een dubbelzijdige pijl verschijnt en, terwijl u de linkermuisknop ingedrukt houdt, de draadrand helemaal naar rechts sleept.
U hebt toegang tot de weergave-instellingen van het navigatiedeelvenster vanuit elke geopende map. De weergave-instellingen en de door de gebruiker gedefinieerde grootte van het navigatiegebied worden door het systeem onthouden. En in de toekomst zullen alle Explorer-instellingen worden gebruikt in alle nieuw geopende mappen.
Om het navigatievenster (navigatiegebied) weer te laten verschijnen, gaat u naar de lijst "Rangschikken" in de linkerbovenhoek van een geopende map, beweegt u de muisaanwijzer over de regel "Bekijken" en vinkt u het vakje naast het "Navigatiegebied" aan regel door er één keer met de linkermuisknop op te klikken. Het verkennervenster verschijnt aan de linkerkant van het venster en is aanwezig in alle geopende vensters.