Het aansluiten van een plotter op een personal computer is niet anders dan het uitvoeren van soortgelijke acties met een printer of MFP. Het enige dat u hoeft te doen voordat u dit proces uitvoert, is het selecteren van de benodigde stuurprogramma's.
Noodzakelijk
Programma voor het besturen van de plotter
instructies:
Stap 1
Als u een cd met stuurprogramma's of software voor deze plotter hebt, plaatst u het station en installeert u de benodigde bestanden. Als zo'n schijf niet bestaat, download dan de benodigde bestanden van de website van het bedrijf dat dit apparaat heeft ontwikkeld.
Stap 2
Werk de plotterstuurprogramma's bij en zorg ervoor dat het apparaat door het systeem wordt herkend. In dit geval maakt het helemaal niet uit welke poort je gebruikt om de computer op de plotter aan te sluiten. Zorg ervoor dat het afdrukapparaat is ingeschakeld.
Stap 3
Open het menu "Start" en selecteer "Apparaten en printers". Wacht terwijl het scannen naar nieuwe apparaten is voltooid. Zoek in de kolom "Printers en faxapparaten" het plotterpictogram en dubbelklik erop met de linkermuisknop.
Stap 4
Configureer de instellingen voor de plotter. Hiervoor kunt u beter de geïnstalleerde software gebruiken. Meestal moet u de volgende opties selecteren: - Invoer (bepaalt hoe het papier wordt ingevoerd en de soort); - Rolbreedte; - Papierformaat; - Afdrukgebied.
Stap 5
Stel bij gebruik van de functie 2-zijdig afdrukken extra parameters in voor de plotterwerking. Specificeer de locatie van de bindingen langs de lange en korte randen van het vel. Als u een penplotter gebruikt, past u de peninstellingen aan. Vermeld zeker hun dikte en snelheid. In dit geval wordt aanbevolen om voor elke individuele pen bepaalde parameters te gebruiken. Zorg ervoor dat u de functie voor het wijzigen van de pen inschakelt, indien aanwezig in deze software.
Stap 6
Stel extra parameters in voor de plotter. Besteed bijzondere aandacht aan het instellen van apparaten die afdrukken in kleur ondersteunen. Dit bespaart u verf en krijgt de beste tekenkwaliteit.