Diensten Activeren

Inhoudsopgave:

Diensten Activeren
Diensten Activeren

Video: Diensten Activeren

Video: Diensten Activeren
Video: R-Link: Diensten activeren 2024, Mei
Anonim

De meeste systeemsoftware die onder Windows-besturingssystemen wordt uitgevoerd, is geïmplementeerd als services (services). Hun doel is om verschillende taken op de achtergrond uit te voeren. Sommige services starten automatisch bij het opstarten van het systeem, terwijl andere zijn uitgeschakeld. Veel programma's werken op interactie met diensten. Daarom is het soms nodig om de bijbehorende services te activeren om de mogelijkheid om applicaties te starten te garanderen.

Diensten activeren
Diensten activeren

Noodzakelijk

beheerdersrechten in Windows

instructies:

Stap 1

Open de Computer Resource Management Console. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op het pictogram "Deze computer" op het bureaublad. Selecteer vervolgens in het contextmenu dat verschijnt het item "Besturing".

Stap 2

Activeer de module voor het beheren van services die op de lokale computer zijn geregistreerd. Vouw in het linkerdeelvenster van het venster Computerbeheer het gedeelte Computerbeheer (lokaal) uit en vervolgens het gedeelte Services en toepassingen. Markeer het item "Services". De interface voor servicebeheer wordt weergegeven in het rechterdeelvenster.

Stap 3

Zoek de service die u wilt activeren. Doorloop de lijst van het venster Services. Analyseer de inhoud van de velden Naam en Beschrijving. Voor het gemak kan de lijst worden gesorteerd door op een van de secties van de koptekst te klikken. Selecteer het gevonden element van de lijst.

Stap 4

Probeer de geselecteerde service te activeren. Klik met de rechtermuisknop op het geselecteerde item of op het item "Actie" in het hoofdmenu van de applicatie. Selecteer in het menu dat verschijnt het item "Alle taken" en klik vervolgens op het item "Start".

Stap 5

Wacht tot het einde van het proces om de service te starten. In het dialoogvenster "Servicebeheer" dat verschijnt, wordt de voortgang van de serviceactivering weergegeven met behulp van een voortgangsindicator. Aan het einde van het proces, in geval van een storing, wordt een foutbericht weergegeven. Als de activering is gelukt, wordt het dialoogvenster "Servicebeheer" gewoon gesloten.

Stap 6

Configureer indien nodig de startparameters van de geselecteerde service. Als u van plan bent regelmatig gebruik te maken van de mogelijkheden van een service, kan het zinvol zijn om het opstarttype te wijzigen, zodat het automatisch start telkens wanneer het besturingssysteem opstart. Om het type servicestart te wijzigen, selecteert u het item Eigenschappen van het contextmenu of het gedeelte Actie van het hoofdmenu. Schakel in het dialoogvenster dat verschijnt naar het tabblad "Algemeen". Selecteer Auto in de vervolgkeuzelijst Opstarttype. Klik op de knop Toepassen. Klik op de knop "OK".

Aanbevolen: