Bij het maken en configureren van een lokaal netwerk kunt u een van de vaste computers of laptops als server gebruiken. Dit bespaart meestal geld omdat het niet nodig is om een router aan te schaffen.
Het is nodig
netwerkkabels
instructies:
Stap 1
Bepaal welke computer of laptop als router zal fungeren. Houd er rekening mee dat de geselecteerde apparatuur altijd moet zijn ingeschakeld. Koop een optionele netwerkadapter voor deze computer. In het geval van een laptop moet een USB-LAN-adapter worden gebruikt.
Stap 2
Sluit het netwerkapparaat aan op uw computer en installeer de stuurprogramma's ervoor. Sluit nu de netwerkkabel aan, het andere uiteinde wordt aangesloten op de netwerkhub. Als u een netwerk met twee apparaten maakt, heeft u geen hub nodig.
Stap 3
Zet de servercomputer aan en wacht tot het besturingssysteem is geladen. Maak een internetverbinding en configureer deze. Open de eigenschappen van de nieuwe verbinding. Ga naar Eigenschappen. Vink het vakje aan naast 'Andere netwerkgebruikers toestaan deze verbinding te gebruiken'. Selecteer het netwerk dat wordt gevormd door de tweede netwerkadapter.
Stap 4
Open de instellingen voor deze adapter. Navigeer naar TCP / IP-opties. Selecteer de modus "Gebruik het volgende IP-adres". Noteer in de volgende regel de waarde van het IP-adres van deze netwerkkaart, die gelijk zal zijn aan 123.132.141.1 (u kunt een ander IP-adres gebruiken).
Stap 5
Schakel nu elke computer in die op uw netwerk is aangesloten. Ga verder met het configureren van de netwerkadapter die is aangesloten op de servercomputer of netwerkhub. Open de TCP/IP-instellingen. Voer de waarde in van het permanente IP-adres, dat alleen met het vierde cijfer van het IP-adres van de servercomputer zal verschillen, bijvoorbeeld 123.132.141.5.
Stap 6
Schrijf nu in de regels "Default gateway" en "Preferred DNS server" de waarde van het IP-adres van de servercomputer. Voer een vergelijkbare configuratie uit voor de netwerkkaarten van de rest van de computers. Houd er rekening mee dat u elke keer een nieuw laatste cijfer van het IP-adres moet invoeren.