Cartridges zijn misschien wel het meest kwetsbare onderdeel van elke inkjetprinter. Ze moeten zeer voorzichtig worden behandeld, omdat de geringste vervuiling van de sproeiers of contacten kan leiden tot volledige onbruikbaarheid. Om het optreden van dergelijke onaangename gevolgen te voorkomen, is het noodzakelijk om de cartridges periodiek grondig te reinigen.
Noodzakelijk
- - speciale beademingsballon;
- - ultrasoon bad;
- - Fairy wasmiddel;
- - water;
- - schuimrubber wattenstaafje;
- - gedistilleerd water.
instructies:
Stap 1
Als u tijdens het afdrukken defecten zoals vaagheid of strepen opmerkt, moet u de spuitopeningen van de cartridge reinigen. Gebruik hiervoor een speciale reanimatievloeistof. Haal de cartridge uit de printer, verwijder de inktgaatjes en giet wat vloeistof in het kleurkanaal waar je niet blij mee bent. Wacht tot de cartridge verzadigd is en plaats hem dan terug in de printer.
Stap 2
Reinig de spuitmondjes met behulp van de printeropties, laat het een paar uur zitten en probeer dan iets af te drukken in de kleur waarin u geïnteresseerd bent. Dit maakt het mogelijk om de resterende inkt te verwijderen en te vervangen door reanimatievloeistof.
Stap 3
Laat de printer een nacht staan, vul de cartridge de volgende dag met een kleine hoeveelheid inkt en print opnieuw. Als de gewenste kleur niet op het papier verschijnt, verander de inkt dan weer in reanimatievloeistof. Deze procedure wordt aanbevolen totdat het probleem volledig is verholpen.
Stap 4
U kunt de patroonsproeiers reinigen met Fairy. Giet wat water in de ultrasone reiniger en voeg een paar druppels afwasmiddel toe. Plaats de cartridges die je nodig hebt in deze oplossing met de sproeiers naar beneden en zet het bad aan. Het wordt aanbevolen deze reiniging alleen als laatste redmiddel uit te voeren, aangezien de oscillatiefrequentie van cruciaal belang is voor de printkoppen van veel cartridges.
Stap 5
Om de contactpunten van de inktcartridge te reinigen, zet u de printer aan, wacht u tot de wagen met cartridges naar rechts beweegt en verwijdert u de cartridge. Zoek naar vuil of inkt op de contacten. Neem een schuimrubberen wattenstaafje en bevochtig het met gedestilleerd water en knijp het goed uit.
Stap 6
Houd de zijkanten van de cartridge vast en veeg het wattenstaafje voorzichtig over de koperen contactpunten. Installeer de cartridge terug in de printer. Reinig indien nodig de contacten van de tweede cartridge op dezelfde manier.