Computermonitoren hebben een hele reeks kenmerken waarvan gebruikers vaak niet eens weten dat ze ze hebben, laat staan dat ze ze op enigerlei wijze kunnen wijzigen. Een van deze kenmerken is de framesnelheid van de afbeelding. Het geeft aan hoe vaak per seconde het beeld op het computerscherm wordt ververst en indien nodig kunt u het wijzigen, verhogen of juist verlagen.
Noodzakelijk
Windows-computer met een aangesloten monitor, basisvaardigheden voor computerconfiguratie
instructies:
Stap 1
Klik met de rechtermuisknop in een onbezet deel van het scherm. Selecteer in de lijst met acties die verschijnt het item "Eigenschappen" en klik erop met de linkermuisknop.
Stap 2
In het geopende venster, dat "Beeldschermeigenschappen" wordt genoemd, staat bovenaan een lijst met tabbladen. Selecteer het tabblad "Opties".
Stap 3
Er is een knop "Geavanceerd" onderaan het optievenster. Plaats de cursor erop en klik met de linkermuisknop. Het venster Geavanceerde monitorinstellingen wordt geopend.
Stap 4
Selecteer in dit venster het tabblad Monitor. Zoek in het veld "Monitorinstellingen" de regel "Schermvernieuwingsfrequentie". Klik erop en selecteer een nieuwe vernieuwingsfrequentie. Het scherm knippert en begint te werken op de nieuwe frequentie. Als de geselecteerde frequentie niet door de monitor wordt ondersteund, ziet u een zwart scherm. Druk in dit geval nergens op, na 15 seconden keert de monitor terug naar de vorige instellingen.
