Net als het raster in Adobe Illustrator zijn hulplijnen nodig om u te helpen bij het maken en bewerken van objecten, maar in tegenstelling tot het raster kunnen hulplijnen onder elke hoek worden geplaatst en hebben ze totaal verschillende vormen.
De hulplijnen worden niet weergegeven bij het afdrukken op papier en zijn alleen zichtbaar tijdens het werken in het programma.
U kunt lineaire hulplijnen maken die strikt verticaal of horizontaal lopen, of hulplijnen die zijn gemaakt van gewone vectorobjecten.
- Om een lineaire hulplijn te maken, plaatst u de cursor op een verticale of horizontale liniaal, houdt u ingedrukt en sleept u naar de gewenste locatie. Als u de lineaire hulplijnen binnen het tekengebied wilt beperken in plaats van ze uit te breiden tot het hele tekengebied, moet u eerst het tekengebiedgereedschap [Shift + O] selecteren en vervolgens de hulplijnen maken.
- Als u een hulplijn van een vectorobject wilt maken, moet u dit object selecteren en in het menu Beeld> Hulplijnen> Hulplijnen maken [Ctrl + 5] selecteren. Om de hulplijn weer om te zetten in een gewoon vectorobject, kiest u Beeld> Hulplijnen> Hulplijnen vrijgeven [Alt + Ctrl + 5] in het menu.
Om hulplijnen te verbergen of weer te geven, kiest u Beeld> Hulplijnen verbergen of Beeld> Hulplijnen tonen [Ctrl +;] in het menu.
U kunt ook de stijl van de hulplijnen kiezen: lijntype (vast of gestippeld) en kleur. Ga hiervoor naar Bewerken> Voorkeuren> Gidsen en raster en wijzig de juiste instelling.
Standaard zijn de hulplijnen ontgrendeld en kun je ze vrij manipuleren, maar als je wilt, kun je ze vergrendelen zodat je er niet per ongeluk iets mee doet in het proces. Selecteer hiervoor Beeld> Hulplijnen> Hulplijnen vergrendelen [Alt + Ctrl +;].