Een database is een verzameling gegevens die volgens bepaalde regels is georganiseerd en zich in het geheugen van de computer bevindt. Het kenmerkt de huidige staat van een bepaald vakgebied.
Noodzakelijk
- - computer;
- - server;
- - SQL-database.
instructies:
Stap 1
Ga naar SQL Server Management Studio om de database te koppelen, ga vervolgens naar Object Explorer en maak verbinding met de MicrosoftSQL Server Database Engine-instantie, vouw deze uit. Roep het contextmenu op het knooppunt "Databases". Klik op de opdracht "Bijvoegen".
Stap 2
Klik in het dialoogvenster "Databases bijvoegen" op de knop "Toevoegen", selecteer in het venster "Locatie databasebestanden" de gewenste schijf waar de database zich bevindt, vouw de mappenboom uit om een bestand in Mdf-formaat te zoeken en te selecteren. Als u een reeds aangesloten basisstation probeert te selecteren, treedt er een fout op. Om de naam te wijzigen, voert u deze in de kolom Bijvoegen als in het venster Databases bijvoegen in.
Stap 3
Wijzig indien nodig de eigenaar bij het koppelen van de database, selecteer hiervoor de gewenste waarde in het veld "Eigenaar". Als alles klaar is om de database met de server te verbinden, klikt u op de knop "OK". De nieuw gekoppelde database verschijnt pas in het knooppunt Databases in de browser nadat u de weergave hebt vernieuwd. Om dit te doen, klikt u op de objectbrowser, gaat u naar het menu "Beeld", selecteert u de opdracht "Vernieuwen".
Stap 4
Houd er rekening mee dat alle gegevensbestanden beschikbaar moeten zijn wanneer u de database aan de server koppelt. Als het gegevensbestand een ander pad heeft dan het oorspronkelijke pad of de laatste bijlage, geeft u het huidige pad naar het bestand op. Wanneer u voor de eerste keer een versleutelde database met de server verbindt, opent u de hoofdsleutel van de database door het commando uit te voeren: OPEN MASTER KEY DECRYPTION BY PASSWORD = "Voer uw wachtwoord in".
Stap 5
Schakel automatische sleutelontsleuteling in. Als de database zowel beschrijfbaar als leesbaar is, voegt u het logbestand toe op een nieuwe locatie. Bewaar ze totdat de basis zonder hen samenkomt. Als de database één logbestand heeft en u er geen nieuwe locatie voor opgeeft, zal de bewerking de oude locatie van het bestand gebruiken.