Een programmeertaal is een communicatiemiddel tussen een programmeur en een computer. Een computer is in dit geval een machine die alleen elementaire commando's begrijpt. Wat is de moeilijkste taal voor een persoon om met een computer te spreken?
Binaire code
De Sovjetroman "The Programmer" vertelt over een situatie waarin een computer uitviel bij een technisch instituut. De bazen kwamen en vroegen om haar werk te demonstreren. Maar ze begreep de commando's van de programmeertaal niet. Toen begon de getalenteerde ingenieur een dialoog met de machine in zijn taal - precies in de binaire code.
Veel programmeurs beschouwen binaire code als de moeilijkste programmeertaal - wat een paradox is, want binaire getallen zijn geen taal. Het concept van "programmeertaal" impliceert vertaling van de taal van computers in de menselijke taal. In binair moet de programmeur met de machine debatteren zonder te veel te vereenvoudigen.
Ondanks de enorme moeilijkheden om rechtstreeks met binaire code te werken, is het binaire logica die het meest economische gebruik van machinegeheugen mogelijk maakt. Het kan worden gebruikt voor eenvoudige elektrische apparaten (magnetrons, waterkokers), maar ook voor apparaten die een speciale snelheid vereisen (precisiehorloges, medische apparatuur, sportuitrusting voor jurering).
Assembler
Assembler is een groep binaire code-instructies gegroepeerd in secties. Deze taal wordt gebruikt bij het demonteren van programma's. Soms is het nodig om de programmacode te achterhalen aan de hand van de uitvoerbare bestanden. Om dit te doen, moet u het uitvoerbare bestand decoderen (het werk heeft veel gemeen met cryptografie). Dit proces van het decoderen van uitvoerbare bestanden wordt demontage genoemd. Aan de uitgang ontvangt de programmeur een groep assembler-instructies, zelfs als het programma oorspronkelijk in een andere taal is geschreven. Werken met assembleertaal (asm) is als programmeren in binair, en daagt zelfs sterke programmeurs uit.
Populair C ++
Een groot aantal programma's en shells in de wereld zijn geschreven in talen van de C-groep. De C-taal zelf is in 1970 gemaakt om met processors te werken. Deze taal was heel eenvoudig.
In '' '' werd de C ++-taal ontwikkeld, die de meeste mogelijkheden van zijn voorganger heeft geërfd, maar een extra principe heeft toegevoegd - het overervingsparadigma. Ondanks de schijnbare eenvoud van de commando's, is het deze taal die de krachtigste programmeertool is. Een groot aantal bibliotheken van derden geeft de programmeur veel vrijheid voor het creatieve proces. De taal heeft echter een complexe logische structuur. U moet een objectgeoriënteerde benadering gebruiken die het aantal regels code vermindert (vanwege overerving), maar de logica compliceert. Een programmeur moet kunnen fantaseren, wat op zich niet eenvoudig is.
Nieuwe talen
Momenteel zijn gratis "abstracte" programmeertalen erg populair: NOSQL, Erlang, Python. Het is niet eenvoudig om ze onder de knie te krijgen, maar specialisten in zeldzame talen zijn erg populair. In de regel worden nieuwe talen gecreëerd om specifieke problemen op te lossen: werken met webinterfaces, applicaties maken of serverprocessen beheren. Een bijzondere moeilijkheid bij het programmeren in de nieuwste talen ligt in hun weinig onderzoek - er zijn weinig componenten en bibliotheken, specificaties en leerboeken.