Soms kan het installeren van nieuwe programma's of het bijwerken van stuurprogramma's het besturingssysteem verstoren. U kunt het herstellen met een speciaal programma dat deel uitmaakt van de standaardset met hulpprogramma's voor het besturingssysteem. Dit programma maakt periodiek systeemherstelpunten, waarin systeeminformatie en registerinstellingen worden vastgelegd. Als u vanaf zo'n punt gezonde opties inschakelt, kunt u uw computer weer normaal maken. Er zijn verschillende manieren om het systeem te herstellen in het Windows-besturingssysteem.
instructies:
Stap 1
Als het probleem zich onmiddellijk na het installeren van een nieuw stuurprogramma voordeed, wordt er na het opnieuw opstarten van Windows een zwart scherm met opstartopties voor u geopend. U moet "Laatst bekende goede configuratie laden (met werkbare parameters)" selecteren. Deze modus retourneert de laatste werkende stuurprogramma-instellingen en registerinstellingen.
Stap 2
Als u problemen ondervindt tijdens het werken met uw pc en u weet niet wanneer de storing is opgetreden, moet u het programma "Systeemherstel" openen. Selecteer daarna een van de herstelpunten voor bijvoorbeeld gisteren. Als het herstellen van de parameters van gisteren niet heeft geholpen, moet u de parameters van een week geleden herstellen, enz.
Stap 3
Het invoeren van het systeemherstelprogramma gaat als volgt. Klik op de "Start"-knop of het pictogram, selecteer vervolgens "Alle programma's" en vervolgens "Accessoires", selecteer daar "Systeemwerkset" en "Systeemherstel". Selecteer in het programma "Een eerdere staat van de computer herstellen".