Het herstellen van eerdere instellingen of de volledige status van het systeem in het Windows-besturingssysteem wordt uitgevoerd met behulp van het ingebouwde Systeemherstel. Het gebruik van deze functie impliceert de voorlopige creatie van herstelpunten, die een soort "snapshots" OC zijn.
instructies:
Stap 1
Gebruik een van de standaardmethoden om de ingebouwde systeemherstelfunctie te starten: - open het hoofdsysteemmenu door op de knop "Start" te klikken en open de link "Alle programma's". Vouw het knooppunt Standard uit en selecteer de sectie Systeemwerkset. Start de toepassing "Systeemherstel" - open het hoofdsysteemmenu door op de knop "Start" te klikken en ga naar het item "Help en ondersteuning". Vouw de sectie "Taakselectie" uit en selecteer de opdracht "Wijzigingen ongedaan maken met systeemherstel"; - open het hoofdsysteemmenu door op de knop "Start" te klikken en ga naar het dialoogvenster "Uitvoeren". Voer de waarde in% systemroot% system32
estore
strui.exe naar de regel "Open" en autoriseer de lancering van de geselecteerde functie door op de knop OK te klikken.
Stap 2
Maak het benodigde herstelpunt aan door het selectievakje op het gelijknamige veld toe te passen en bevestig uw keuze door op de knop "Volgende" te klikken. Voer de gewenste naam voor het gemaakte punt in de regel "Beschrijving" van het nieuwe dialoogvenster in en bevestig de geselecteerde actie door op de knop "Maken" te klikken. Sluit de applicatie met de knop Voltooien.
Stap 3
Voer het systeemherstelprogramma opnieuw uit met een van de hierboven beschreven methoden en schakel het selectievakje in op het veld "Een eerdere staat van de computer herstellen" in het dialoogvenster dat wordt geopend. Autoriseer de uitvoering van de actie door op de knop Volgende te klikken en geef het gewenste punt op in het volgende dialoogvenster. Bevestig de uitvoering van de geselecteerde actie in een nieuw venster van het systeemverzoek door op de knop "Volgende" te klikken en wacht tot de computer opnieuw is opgestart.
Stap 4
Gebruik de functietoetsen om de Recovery Console in verschillende laptopmodellen op te roepen: - F8 - voor Toshiba en Fujitsu; - F10 - voor Sony Vaio en Packard Bell; - F4 - voor Samsung; - Alt + F10 - voor Acer; - F11 - voor HP Pavillion en LG; - F9 - voor Asus; - alt="Image" - voor Rover.