De veilige opstartmodus van het Microsoft Windows-besturingssysteem (Veilige modus) wordt gewoonlijk een speciale diagnostische foutbeschermingsmodus genoemd. Een van de kenmerken is de minimaal voldoende configuratie van stuurprogramma's en systeemservices om mogelijke OS-problemen te identificeren.
instructies:
Stap 1
Zet de computer aan terwijl u de F8-functietoets ingedrukt houdt (standaard aanbevolen methode) en wacht tot het dialoogvenster Boot Device verschijnt om de procedure naar Veilige modus te laten gaan.
Stap 2
Selecteer de harde schijf die u wilt gebruiken en bevestig uw keuze door op de functietoets Enter te drukken.
Stap 3
Druk nogmaals op de F8-functietoets en selecteer "Veilige modus" in het dialoogvenster "Windows Advanced Boot Options" dat wordt geopend met de speciale pijltoetsen.
Stap 4
Gebruik uw account en bevestig de uitvoering van de opdracht om over te schakelen naar de veilige modus voor het laden van het besturingssysteem door op de knop "Ja" te klikken in het systeemwaarschuwingsvenster dat wordt geopend op het bureaublad van de computer.
Stap 5
Roep het hoofdmenu van het besturingssysteem Microsoft Windows 7 of Microsoft Windows VIsta op door op de knop "Start" te klikken om een alternatieve procedure uit te voeren voor het openen van de veilige opstartmodus en ga naar het item "Uitvoeren". Een andere manier om het dialoogvenster Uitvoeren op te roepen, is door tegelijkertijd op de Win + R-functietoetsen te drukken.
Stap 6
Voer de msconfig-waarde in het veld "Open" in en bevestig de uitvoering van de opdracht door op de knop OK te klikken.
Stap 7
Ga naar het tabblad Algemeen van het dialoogvenster Systeemconfiguratie dat wordt geopend en pas het selectievakje toe op het dialoogvenster Diagnostisch opstarten - Alleen basisstuurprogramma's laden en Basisservices starten in het gedeelte Opstartoptie.
Stap 8
Bevestig de uitvoering van de opdracht door op OK te klikken en start de computer opnieuw op in de geselecteerde modus (voor Windows Vista / 7).
Stap 9
Gebruik een van de mogelijke opties: - veilige modus met een minimum aan services en stuurprogramma's; - veilige modus met de installatie van netwerkstuurprogramma's; - veilige modus met ondersteuning via de opdrachtregel.