Als u verbinding wilt maken met een DSL-internetprovider, hebt u een speciale modem nodig. Er zijn verschillende manieren om meerdere apparaten tegelijk op het modem aan te sluiten.
Het is nodig
netwerkkabels
instructies:
Stap 1
Als u een DSL-modem met meerdere poorten hebt, is er geen extra hardware nodig om meerdere apparaten aan te sluiten. Koop voor een modem met één poort een netwerkhub. Sluit uw DSL-modem aan op de telefoonlijn via de DSL-poort met behulp van een splitter om deze verbinding te maken en het kanaal te splitsen.
Stap 2
Sluit de voeding aan op uw DSL-modem. Schakel het apparaat in. Kies een willekeurige LAN- of Ethernet-connector en sluit er een netwerkkabel op aan. Sluit het andere uiteinde aan op de netwerkadapter van een willekeurige computer.
Stap 3
Zet de geselecteerde computer aan en start een internetbrowser. Hieronder ziet u een voorbeeld van D-Link 504T DSL-modeminstellingen voor toegang tot internet van de Webstream-provider.
Stap 4
Voer in de adresbalk van de actieve browser in https://192.168.1.1. Er wordt een menu geopend met de velden "Inloggen" en "Wachtwoord". Voer het woord admin in en druk op de Enter-toets. De webinterface van het DSL-modem wordt geopend in het browservenster
Stap 5
Ga naar het instellingenmenu. Zoek het Wan Setup-menu in de linkerkolom en navigeer naar Connection 1 daar. Selecteer het type gegevensoverdrachtprotocol: geef in het veld Type de PPPoE-parameter op.
Stap 6
Vul de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord in met de gegevens die u van uw ISP hebt gekregen. Voer respectievelijk de VPI- en VCI-waarden 8 en 35 in. Vink de vakjes naast Firewall en NAT aan.
Stap 7
Klik op de knop Toepassen om de ingevoerde waarden toe te passen. Open nu het item DHCP-configuratie in het menu LAN-instellingen. Schakel de DHCP-functie in en stel het bereik van mogelijke adressen in.
Stap 8
Open nu het tabblad Extra en ga naar Systeemopdrachten. Klik op de knop Alles opslaan om de instellingen op te slaan.
Stap 9
Sluit alle andere computers aan op de Ethernet- of LAN-poorten van het DSL-modem. Als u een modem met één poort gebruikt, sluit u een netwerkhub aan op de enige LAN-poort. Sluit vervolgens andere computers aan op dit apparaat.