Stuurprogramma's bieden softwaretoegang tot bepaalde hardwarebronnen van de computer. Schijfstation en videokaart, muis en harde schijf - de bediening van deze en andere apparaten wordt verzorgd met behulp van stuurprogramma's. Soms moet de gebruiker zien welke stuurprogramma's in het systeem worden gebruikt.
instructies:
Stap 1
Om de stuurprogramma's te bekijken die door het apparaat worden gebruikt, opent u: "Start" - "Configuratiescherm" - "Systeem" - "Apparaatbeheer". Selecteer het gewenste apparaat uit de lijst - als het bijvoorbeeld een muis is, staat het in de lijst Muizen en andere aanwijsapparaten.
Stap 2
Vouw de lijst uit, klik met de rechtermuisknop op de gewenste regel - bijvoorbeeld "HID-compatibele muis". Selecteer Eigenschappen in het contextmenu. In het geopende venster selecteert u het tabblad "Drivers" en klikt u op de knop "Details" - u ziet volledige informatie over de driverbestanden.
Stap 3
Als het apparaat niet werkt, wordt het gemarkeerd met een geel vraagteken of uitroepteken in "Apparaatbeheer". Dit betekent dat er geen stuurprogramma's voor het apparaat zijn geïnstalleerd of dat deze niet correct werken. U kunt proberen ze opnieuw te installeren door op de knop "Update" te klikken en het systeem naar het pad naar het stuurprogramma te wijzen. Het stuurprogramma zelf kan op de installatieschijf staan of u moet het van tevoren op het netwerk vinden.
Stap 4
Wanneer u op zoek bent naar een stuurprogramma, heeft u nauwkeurige informatie nodig over de geïnstalleerde hardware. Gebruik hiervoor het programma Aida64 (Everest), het geeft je alle gegevens die je nodig hebt. Start het programma, selecteer "Computer" - "Samenvattingsinformatie" in de linkerkolom. De lijst toont de exacte namen van alle apparaten die in het systeem aanwezig zijn.
Stap 5
U kunt de stuurprogramma's ook bekijken via de opdrachtregel. Open: "Start" - "Alle programma's" - "Accessoires" - "Opdrachtprompt". Voer in het geopende opdrachtregelvenster (console) DRIVERQUERY in en druk op Enter.
Stap 6
Als je met het Linux-besturingssysteem werkt, is er geen concept van geïnstalleerde stuurprogramma's, ze bevinden zich allemaal in de kernel van het systeem. In de overgrote meerderheid van de gevallen begint alle aangesloten apparatuur onmiddellijk te werken. Als dit niet gebeurt, is er nog geen driver voor deze hardware in de kernel. In dit geval moet de gebruiker de kernel opnieuw opbouwen, inclusief de benodigde stuurprogramma's. Het opnieuw opbouwen van de kernel kan nuttig zijn, zelfs als alles goed werkt - de kernel kan specifiek worden aangepast aan uw configuratie, wat een positief effect zal hebben op de systeemprestaties.