In bepaalde situaties kan het nodig zijn om de kerneldebugger uit te schakelen. Deze bewerking kan niet worden aanbevolen voor onervaren gebruikers vanwege de mogelijke bedreiging voor de stabiliteit van het Microsoft Windows-besturingssysteem.
instructies:
Stap 1
Klik op de knop "Start" om het hoofdmenu van het systeem te openen en voer de waarde cmd in het zoekbalkveld in om de procedure voor het uitschakelen van de kerneldebugger te starten.
Stap 2
Roep het contextmenu van de gevonden "Opdrachtregel"-tool op door met de rechtermuisknop te klikken en geef de opdracht "Uitvoeren als beheerder" op.
Stap 3
Geef Kdbgctrl.exe -d op in het tekstvak van het opdrachtregelhulpprogramma om kernelfoutopsporing in de huidige sessie uit te schakelen en druk op de functietoets Enter om de opdracht te bevestigen.
Stap 4
Gebruik de waarde bcdedit / debug off in het tekstvak van de opdrachtregel om het proces voor foutopsporing van de processorkern uit te schakelen voor alle sessies op Windows Vista en Windows 7, en druk op de functietoets Enter om uw keuze te bevestigen.
Stap 5
Voer de dir / ASH-waarde in het tekstvak van de opdrachtregel in om naar het verborgen beveiligde bestand boot.ini op het systeemstation te zoeken om de kerneldebugger voor alle sessies in alle eerdere versies van het Microsoft Windows-besturingssysteem uit te schakelen en het bestand te openen dat in de applicatie " Notebook".
Stap 6
Parameters verwijderen:
- / debuggen;
- debugpoort;
- / baudrate
en start uw computer opnieuw op om de geselecteerde wijzigingen toe te passen.
Stap 7
Klik op de knop Doorgaan in het promptdialoogvenster als u fouten in de systeemprocessorkern wilt opsporen en wacht tot de procedure is voltooid.
Stap 8
Gebruik de gn-opdracht in het tekstvak van het venster Kernel Debugger wanneer u een uitzonderingsmelding voor gebruikersonderbreking (Int 3) ziet.
Stap 9
Gebruik de foutopsporingsmodus bij het opstarten van de computer in de veilige modus om de kerneldebugger-service in te schakelen.