Barcodescanners verschillen vooral van elkaar in de interface waarmee ze verbinding maken met de computer. Het hangt af van het besturingssysteem waarmee de scanner compatibel zal zijn en hoe u het POS-terminalprogramma moet configureren.
instructies:
Stap 1
Als de barcodescanner een PS/2-interface heeft, sluit u deze als volgt aan. Zorg ervoor dat u de verbinding tot stand brengt terwijl de computer is uitgeschakeld. Koppel het toetsenbord los van de systeemeenheid, sluit in plaats daarvan een barcodescanner aan. Sluit het toetsenbord aan op de scanner. Gebruik indien nodig het benodigde aantal PS/2-AT en AT-PS/2 adapters. Scanners van dit type werken in alle besturingssystemen, ook "pure" DOS. Nadat ze de code hebben gelezen, sturen ze deze naar de computer, waarbij ze de reeks toetsaanslagen op het toetsenbord nabootsen. Het POS-terminalprogramma moet daarom zo worden geconfigureerd dat het de invoer van streepjescodenummers vanaf het toetsenbord waarneemt.
Stap 2
Om een scanner met een RS-232-interface aan te sluiten, zoekt u de overeenkomstige poort op de computer. Zo niet, gebruik dan een COM-USB-adapter, maar in dit geval werkt de scanner alleen op Linux en Windows, niet op DOS. Als u een POS-terminalprogramma gebruikt dat is ontworpen om in DOS te werken, voer het dan uit in de DOSEMU- of DOSBOX-emulator en configureer de emulator zodat de virtuele COM-poort voor het programma als echt "verschijnt". invoer vanaf de COM-poort, en alleen op bevel van de operator overgeschakeld naar de toetsenbordinvoermodus (als het nodig was om een moeilijk leesbare code in te voeren). Stel de snelheid en pariteit correct in U kunt de scanner alleen op de COM-poort aansluiten als de computer is uitgeschakeld. De COM-USB-adapter kan worden aangesloten wanneer de computer is ingeschakeld, maar de scanner zelf kan er alleen op worden aangesloten wanneer de machine is uitgeschakeld of wanneer de adapter is losgekoppeld.
Stap 3
Een scanner met een USB-interface kan ook worden aangesloten op een computer die is ingeschakeld. Lees voordat u het gebruikt de instructies hoe het precies samenwerkt met de machine. Als het een USB-toetsenbord emuleert, kan het ook in DOS worden gebruikt, maar alleen op voorwaarde dat het BIOS van de computer het werk met zo'n toetsenbord overneemt, waardoor bij draaiende programma's de indruk wordt gewekt dat een gewoon PS/2-toetsenbord werkt. Als de scanner een virtuele COM-poort emuleert, werkt deze niet in DOS In het eerste geval configureert u het programma om gegevens in te voeren vanaf het toetsenbord, in het tweede geval vanaf de COM-poort.
Stap 4
Als de scanner een niet-standaard interface gebruikt, installeert u de meegeleverde interfacekaart in de computer (deze moet zijn uitgeschakeld) en sluit u de scanner erop aan. Zet vervolgens uw computer aan en installeer de software die ook bij uw scanner is geleverd. Zo'n apparaat is alleen compatibel met het besturingssysteem (en mogelijk met het POS-terminalprogramma) waarvoor de software in het pakket is ontworpen.
Stap 5
Sluit de voeding aan op een scanner die wordt gevoed door externe voeding voordat u de computer inschakelt.
Stap 6
Om te controleren of de scanner goed werkt, start u een teksteditor (als de scanner een toetsenbord emuleert) of een terminalprogramma (als het werkt met een echte of virtuele COM-poort). Configureer in het tweede geval het programma om te werken met de poort waarop de scanner is aangesloten, stel de snelheid en pariteit correct in. Zorg ervoor dat u het POS-terminalprogramma sluit. Scan een willekeurige code met de scanner - de bijbehorende nummers moeten op het scherm verschijnen. Een scanner met een niet-standaard interface kan op deze manier niet worden getest.